Het is zeker dit wielerjaar een onderwerp van gesprek: wie is de beste coureur ooit, wielerlegende Eddy Merckx of Tadej Pogacar? De laatste toonde zich dit seizoen een ware veelvraat door bijna elke koers te winnen waaraan hij deelnam. Mercxk, die niet voor niets de bijnaam de Kannibaal heeft, beschikt echter over een nog indrukwekkender palmares, met name qua hoe vaak hij de grote koersen won. Ex-renner en oud-ploegleider Johan Bruyneel maakt in de podcast The Move geen definitieve keuze tussen de twee, maar wel een voorzichtige.
Het was zaterdag 12 oktober weer raak; Pogacar won met sprekend gemak de Ronde van Lombardije, alweer de vierde keer. Enkel de Italiaanse wielergrootheid Fausto Coppi wist het herfstmonument vaker te winnen, maar de kans is groot dat zijn record de komende jaren door het Sloveense wielermonster wordt overgenomen. De Ronde van Lombardije was een prachtige kers op de taart van een ontzagwekkend seizoen van Pogacar. Luik-Bastenaken-Luik, zes ritten en de eindzege in zowel de Giro d'Italia als de Tour de France en de wereldtitel in de wegrit; en dan hebben we nog niet eens alles genoemd...
'Er waren maar twee koersen waar hij startte om te winnen en niet won. Misschien drie, als je die Touretappe waar hij door Vingegaard (Jonas, red.) werd geklopt', bespreekt Bruyneel het hallucinante jaar van Pogacar. 'In elke andere koers won hij waar hij startte om te winnen, afgezien van wat etappes in rittenkoersen.' Het roept de vraag op of een renner ooit een beter seizoen heeft gereden. Bruyneel stelt resoluut van niet. 'Dit seizoen is in ieder geval het beste ooit, absoluut; ik heb nog nooit iets zoals dit eerder gezien. Als jonge jongen zag ik Eddy Merckx koersen - en hoewel ik mij geen details herinner - als je naar de statistieken kijkt, hij won misschien meer koersen in een jaar, maar hij was nooit zo dominant op alle terreinen gedurende één seizoen.'
Lees verder onder de foto.
Bruyneel: 'Hoe frustrerend moet dat zijn'
Of Pogacar boven Merckx staat als beste renner ooit, zover wil Bruyneel nóg niet gaan. 'We kunnen nooit zeggen wie de allerbeste is. Er is zoveel veranderd gedurende de jaren; het valt niet meer met elkaar te vergelijken.' Toch valt er wel een lichte voorkeur te bespeuren bij Bruyneel. 'Wielrennen is nu een globale sport. De sport heeft kampioenen uit alle hoeken van de wereld. In de dagen van Merckx was het wielrennen een Centraal-Europese sport: er waren veel Belgen, Fransen en Italianen en wat Nederlanders, Spanjaarden en Duitsers, dat was het. Er was niemand anders, het waren altijd dezelfden die het tegen elkaar opnamen.'
'Nu is het allemaal anders', vervolgt Bruyneel. 'Er zijn renners uit Centraal-Afrika, Noord-Afrika, Azië en de Verenigde Staten, noem maar op. Bovendien zijn de drie grote rondes van dit jaar zijn gewonnen door Slovenen, plus de meerderheid van de koersen; je kan het gewoon niet vergelijken', herhaalt Bruyneel. 'Ik denk dat Pogacar bezig is om de beste ooit te worden', waagt de Belg zich toch aan voorspelling omtrent dit in de wielerwereld gevoelige onderwerp.
In de Ronde van Lombardije finishte Remco Evenepoel als tweede op ruim een drie minuten achterstand; als je met een dergelijke achterstand over de finish komt, heb je simpelweg geen kans gemaakt. Bruyneel leeft een beetje mee met zijn landgenoot, daar Evenepoel de komende jaren een flinke stap zal moeten zetten, wil hij op alle terreinen de gelijke van Pogacar zijn. 'Het moet enorm frustrerend zijn voor de andere renners, Evenepoel in het bijzonder. Hij is een groot renner, fenomenaal. Zijn palmares is ook fantastisch. Je bent geobsedeerd om de allerbeste te zijn, wat zeker Remco's doel is, en dan stuit je op een Pogacar... die gewoon onverslaanbaar is. Hoe frustrerend moet dat zijn?'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties