Afgelopen woensdag werd het EK wielrennen op gang geschoten in Belgisch-Limburg. De animo voor de tijdrit viel tegen, maar voor aankomende zondag mag er toch wel wat verwacht worden in de regio rond Heusden-Zolder en Hasselt. Toch weet het Europees kampioenschap na acht edities nog niet helemaal te overtuigen.
Aan de winnaars ligt het alvast niet. Bij de vrouwen wist er zeven van de acht keer een Nederlandse te winnen. Zeven verschillende namen ook nog, dus dan heb je het over (bijna) alle toppers die ons land rijk is: Annemiek van Vleuten, Anna van der Breggen, Marianne Vos, Lorena Wiebes, Amy Pieters, Ellen van Dijk en Mischa Bredewold. Marta Bastianneli wist als enige niet-Nederlandse te winnen.
Kijken we naar de mannen, dan zien we ook louter grote namen. Peter Sagan wist in 2016 als eerste te winnen, maar op twee manieren was dat wel direct een valse start: ten eerste moest de locatie na de aanslagen in Nice verplaatst worden naar Bretagne, ten tweede won wereldkampioen Sagan en was de nieuwbakken trui dus direct één jaar niet te zien.
In de jaren daarna was het aan wereldtoppers als Alexander Kristoff, Matteo Trentin, Elia Viviani, Giacomo Nizzolo, Sonny Colbrelli, Fabio Jakobsen en vorig jaar nog Christophe Laporte om de titel mee naar huis nemen. Bij de tijdrijders treffen we ook onder meer Remco Evenepoel, Victor Campenaerts, Stefan Küng en Joshua Tarling op de erelijst.
Daar zaten wel wat toffe edities bij, daar niet van. Trentin troefde in 2018 op prachtige wijze Mathieu van der Poel en Wout van Aert af in Glasgow en ook de edities in Alkmaar en Trento mochten er zijn, waarbij de Belgen tweemaal werden afgetroefd door de Italianen. En dan was er nog de editie van vorig seizoen, waarin het op de VAM-berg tot een spannend einde kwam met Laporte, Wout van Aert en Olav Kooij in een hoofdrol.
Lees verder onder de foto.
EK schippert tussen augustus, september en zelfs oktober
Waar zit de crux hem dan? In de lijn daaronder wellicht? De toppers hebben hun koersen en hoofddoelen doorgaans wel voor het uitzoeken, maar net daaronder hebben de merkenploegen weer meer invloed. Zo kwam de Franse keuzeheer Thomas Voeckler voor dit EK weer naar buiten met de afmeldingen die had gehad. 'Ik begrijp het probleem van de merkenploegen en respecteer hun positie: zij betalen ten slotte de renners. Ik ben zelf zeventien jaar renner geweest, dus dat begrijp ik allemaal. Ik heb me gewoon aangepast aan de situatie en heb niets geëist', liet hij weten.
Ook de plek op de kalender wil nog wel eens veranderen. Kijken we naar de wegrit bij de mannen, dan werd deze achtereenvolgens op 18 september, 6 augustus, 12 augustus, 11 augustus, 29 augustus, 12 september, 14 augustus, 24 september en nu 14 september verreden. En dan staat de editie van 2025 zelfs nog begin oktober gepland. De reden hiervoor moeten we zoeken bij evenementen als het Super-WK, het Super-EK en de Olympische Spelen, die qua aanzien boven het 'normale' EK staan.
Dit jaar heeft het EK dus een plekje tussen de Vuelta en het WK, maar de algemene interesse voor het Kampioenschap loopt vooralsnog niet over. Of, zoals Visma | Lease a Bike-Head of Performance het in één van zijn zeldzame tweets omschreef: 'Champions League en EK-finale op dezelfde dag, dat is professioneel wielrennen', schreef hij, doelend op de zondag eveneens verreden GP Montréal.
Euro's (en ponden) beginnen ook te tellen bij federaties
Daarbij wordt de financiële situatie voor verschillende bonden ook steeds nijpender. In Nederland wijzen ze al naar België als het gaat om de beschikbare middelen, maar ook daar stellen ze dat het niet overloopt. De reden hiervoor moet deels gezocht worden bij dure WK-locaties als Australië, Rwanda, Schotland en Zwitserland, maar tegelijk ook de duurdere verplaats- en verblijfkosten.
Om die reden komt Groot-Brittannië bijvoorbeeld helemaal niet opdraven in Belgisch-Limburg, waar ook een land als Frankrijk ervoor koos om de tijdrit te laten schieten. Nederland besloot dan weer de Mixed Relay volledig te laten voor het is, waardoor dit onderdeel intussen een parodie van zichzelf is met slechts zes deelnemende landen op donderdag.
Goed, de pijnpunten zijn besproken, maar hoe moet het dan? De zondagen zijn spaarzaam in het seizoen, maar een geheel andere plek op de kalender wellicht? Of een trui aan de UCI-ranking hangen, zoals het Wereldbekerklassement van vroeger? Of de tand des tijds doorkomen en zodoende het plekje tóch op de huidige manier veroveren?
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties