Hoewel de meeste geluiden over de onlangs afgesloten Giro d'Italia positief waren, werd er hier en daar alsnog wat commentaar gegeven. Met name op Twitter werd de 2022-editie regelmatig als 'slaapverwekkend' bestempeld. Hoe kijken de renners er zelf op terug? Joe Dombrowski (Astana Qazaqstan Team) geeft zijn mening over de kritiek.
Lang zag het ernaar uit dat Richard Carapaz de Giro d'Italia van 2022 op zijn naam zou gaan schrijven. In de veertiende etappe nam de sterke Ecuadoriaan de roze trui over van Juan Pedro López. Vervolgens bleef het echte vuurwerk tussen de klassementsmannen uit en werden er amper grote verschillen gemaakt. In rit twintig werd Carapaz dan toch van de troon gestoten door Jai Hindley, die de ronde uiteindelijk wist te winnen.
Kritiek bleef Dombrowski niet onopgemerkt
Dombrowski, die in 2021 nog een ritzege boekte in de Italiaanse rittenkoers, reed zijn Giro dit jaar in dienst van Vincenzo Nibali. Op social media nam hij kennis van de kritische geluiden richting het wedstrijdverloop. 'Voor ons als renners is het onmogelijk om in te zien hoe de koers op de televisie oogt. We hebben nu eenmaal geen tijd en energie om ons daarmee bezig te houden, want de focus ligt volledig op onszelf', legt hij uit bij Cyclingnews.
Toch bleef de kritiek hem dus niet onopgemerkt. 'Althans, wat het algemeen klassement betreft. In de eerste twee weken waren de enige echte beslissende dagen de rit naar de Etna (etappe vier, red.) en die naar de Blockhaus (etappe negen, red.).' In de eerstgenoemde etappe zakten onder meer Tom Dumoulin en Nibali erdoorheen en in de negende rit baarden Hindley en Carapaz juist opzien. 'Op de Etna blijft de klassementsgroep echter bijna altijd intact en ook op de Blockhaus waren de verschillen minimaal. Blijkbaar waren de verschillen na twee weken nog nooit eerder zo klein in de Giro', schetst Dombrowski.
Dombrowski rekende Hindley niet tot de topfavorieten
Dombrowski windt er dan ook geen doekjes om: 'Het feit dat er zoveel zware ritten op het einde van de Giro werden geplaatst heeft het agressieve koersen van de klassementsmannen - naar mijn mening - afgezwakt. Dat zag je vooral aan het feit dat Hindley, Carapaz en Landa (Mikel, red.) over een vrijwel gelijke vorm beschikten', is hij kritisch. 'Maar natuurlijk bedenken wij renners het parcours niet; wij geven juist kleur aan de koers.'
Op de slotdag mocht Hindley de trofee dus in ontvangst nemen, tot enige verrassing van Dombrowski. 'Op de beklimmingen zag het er bij hem altijd ongelofelijk gemakkelijk uit, maar ik moet eerlijk toegeven dat hij voor mij niet tot de topfavorieten behoorde toen we in Boedapest van start gingen.' Astana zelf moest zich tevreden stellen met een vierde plek van Nibali in het eindklassement. 'Het was fantastisch geweest als hij op het podium was geëindigd in zijn laatste Giro, maar we moeten eerlijk zijn: Hindley, Carapaz en Landa (derde, red.) staken er gewoon bovenuit', concludeert de Amerikaan.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties