Nederland ging zondag wellicht met de sterkste formatie van start op het EK wielrennen in Belgisch-Limburg, maar moest uiteindelijk genoegen nemen met de tweede plek van Olav Kooij. Op de tactiek van de 'Holland 8' viel echter weinig aan te merken, daar de oranjehemden veelvuldig in beeld reden en het tot de chaotische slotkilometer eigenlijk uitstekend op de rit hadden.
Na afloop vingen we de conclusies op bij duracell-Mathieu van der Poel en afmaker Kooij. Die eerste sloeg de hamer op zijn kop. ''Het was de tactiek om altijd iemand mee te hebben, zodat we van achteren niet hoefden te rijden. Ik denk dat we dat goed gedaan hebben' stelde de wereldkampioen. 'Maar dit is toch wel een ontgoocheling, denk ik. We hadden Olav beter moeten brengen, maar het was vrij hectisch.'
Kooij, die wellicht de snelste spurt van allemaal reed, keek vooral in de spiegel. 'We zaten er constant, ook in de heuvelzone. Italië en België hebben daar ook veel krachten verspeeld. Het is makkelijk om achteraf te concluderen dat het anders moest, maar ik denk vooral dat we een heel goede koers hebben gereden. Het is ook aan mij om in goede positie te zitten, dus is het des te jammerder dat het niet lukt.'
Verdediging: brede oranjeschouders dragen het gewicht van de koers
Gaan we de Nederlanders een voor een af, dan beginnen we bij de werkpaarden van dienst: Oscar Riesebeek, Pascal Eenkhoorn en Daan Hoole. 'Dat zijn jongens van onschatbare waarde. Dat wordt op TV wellicht minder gezien, maar ook binnen hun ploeg worden ze daarom geroemd. Ze rijden altijd in dienst van de ploeg, dus dan is het logisch dat je ze in het laatste uur niet ziet', vertelde bondscoach Koos Moerenhout ons voorafgaand aan het WK.
Moerenhout had het daar echter mis, in positieve zin. Alledrie de mannen zaten er tot aan de slotfase bij en vervulden hun taak dus met verve. Eenkhoorn en Hoole schoven nog meermaals mee met belangrijke aanvallen, deden goede kopbeurten en zorgden ervoor dat de kopmannen nooit om water of dergelijke moesten vragen. Riesebeek was dan weer cruciaal in de positionering voor de belangrijke punten en weerde zich tot aan de slotfase kranig.
In de laatste tien kilometer zorgden deze heren er bovendien voor dat de trein op de rails werd gezet in de groep van 55 renners die overbleef na de heuvelzone.
Middenveld: precies gedaan wat er van hen verwacht werd
Tot het middenveld van de oranje formatie rekenen we Mike Teunissen, Danny van Poppel en Mick van Dijke. 'Voor dit type wedstrijd hebben qua body heel goede renners, temeer omdat ze ook een goede sprint in de benen hebben', duidde Moerenhout die drie voorafgaand aan het EK. 'Dat maakt je wel slagvaardig op een circuit als deze en daar moeten we gebruik van zien te maken. Al hangt het ook af van het wedstrijdverloop, dus daarin dienen we flexibel te zijn.'
Van Dijke was uiteindelijk de enige Nederlander die de Limburg-lus niet overleefde, maar in de fase daarvoor neutraliseerde hij al de nodige pogingen. De Zeeuw kende geen topaanloop richting dit EK met een harde valpartij in de Renewi Tour en daarbovenop een ziekte, dus dat was de voornaamste reden dat we hem in Hasselt niet meer bij de eersten zaten.
Teunissen en Van Poppel deden precies wat er van hen verwacht werd. Beide mannen zaten mee in de grote groep van achttien coureurs die wegreed en deden daarbovenop enkele ferme inspanningen, waar met name Mads Pedersen gretig op reageerde. Uiteindelijk zat Van Poppel mee in de laatste ingerekende groep, waardoor Teunissen de rol van lead-out op zich kreeg.
Kooij kon hem echter niet meer vinden in de chaotische slotfase. 'Ik merkte dat Mike er zat, maar we besloten te wachten en kwam uiteindelijk niet meer bij elkaar om onze move te maken. Ze zaten ook wat achter me, tussen de renners die uitzakten van voren. Dat maakte het vrij lastig om het overzicht te bewaren en elkaar weer te vinden', liet hij na afloop weten.
Aanvaller: Van der Poel doet rol eer aan, Kooij kan de bal net niet inkoppen
De twee spitsen van de Nederlandse ploeg waren dus Van der Poel en Kooij. Die eerste als Razende Ronnie om achter elke bal aan te gaan en opportunistisch te spelen, die tweede meer als lepe optie, loerend op zijn kans. 'De heuvelzone is best lastig en dat kan ervoor zorgen dat het een attractieve en zware koers wordt. Als het dan een sprint wordt, kan het wel zo zijn dat je andere dingen gaat zien in die sprint', blikte Moerenhout vooruit op het EK.
Daarin slaagden de Nederlanders, met Van der Poel voorop. Hij wakkerde op 112 kilometer van het einde het vuurtje aan, wat uiteindelijk pas in de laatste twintig kilometer uitdoofde. Daartussen in kregen we oprisping op oprisping, maar uiteindelijk moest hij ook concluderen dat het tegen de Belgen en Italianen ook een oneerlijke strijd was op dit parcours.
'Ik heb wel gedaan wat ik kon doen', klonk het uit de mond van de wereldkampioen. 'Ik denk dat dit het plannetje was, en dan op het einde met de hele ploeg voor Olav. We wisten dat het moeilijk ging zijn. Ik had mijn ding al gedaan onderweg, en ik denk dat hij geen slechte sprint rijdt', aldus Van der Poel.
Kooij slaagde er uiteindelijk dus niet in om zijn landgenoten en de perfecte lijn te vinden. 'Ik had een goede kick, maar Tim ging snel en dat was moeilijk om goed te maken. Het gevoel was goed en ik was er dicht bij, dus ik baal wel. Afgelopen jaar was ik blij met mijn derde plek, maar nu is dat niet het geval. Dat maakt het een bittere pil om te slikken', sprak hij zijn oordeel uit. Een eindoordeel dat louter positief is, maar in het casino dat een sprintvoorbereiding is net niet op groen uitkwam.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties