Soms heb je van die renners waarvan je denkt bij het lezen van het nieuws dat ze stoppen: 'Huh, koerste die nog?' Mathias Frank is er zo eentje. De Zwitser is slachtoffer van de algehele stijging van het niveau van de sport, maar heeft desondanks enkele fraaie ereplaatsen op zijn erelijst staan.
Frank maakte in 2007 indruk door de Thüringer Rundfahrt op zijn naam te schrijven, een prestigieuze koers onder de beloftes. Daar hield hij onder meer Tony Martin en Steven Kruijswijk achter zich en het leverde hem meteen een contract op bij de Duitse ploeg Gerolsteiner, een ploeg van het hoogste niveau.
In zijn eerste profjaar bleek echter dat de kopmannen van die ploeg (Stefan Schumacher en Bernard Kohl) niet van de snoeppot af konden blijven en de sponsor trok er aan het eind van 2008 de stekker uit. Zodoende trok de jonge Zwitser in 2009 naar de (toen nog) totaal Zwitsers-Amerikaanse formatie BMC, waar zijn landgenoot en zakenman Andy Rihs aan het roer stond.
Frank groeit mee met BMC, maar die ploeg ontgroeit hem
Frank groeide mee met niveau van de ploeg BMC, die in 2011 de WorldTour betrad. Dat was gelijk ook het seizoen waarin Frank voor het eerst zijn capaciteiten als klimmer op het hoogste niveau toonde: in de Ronde van Zwitserland, zijn favoriete wedstrijd, eindigde de man uit Roglisswil als zesde. Twee jaar later zou hij op weg naar de eindzege in de ronde van zijn land capituleren op de laatste dag, toen hij van plek één naar vijf zakte.
Met de aanwezigheid van onder meer Cadel Evans en Richie Porte en het verminderende Zwitserse karakter van BMC werd het voor Frank moeilijker om zichzelf te gooien in de allergrootste wedstrijden. Hij presteerde zeer constant in de WorldTour-koersen van één week, maar wenste het ook eens in de grote rondes te proberen. Om die reden trok hij in 2014 naar het nieuwe IAM Cycling, eveneens een Zwitserse formatie.
Bij die nieuwe ploeg voelde Frank zich meteen in zijn sas. Met ploeggenoten als Sylvain Chavanel, Oliver Naesen en Heinrich Haussler reed hij zijn beste jaar ooit. Frank won een rit en werd tweede in het Critérium International, eindigde als vierde in de Ronde van Romandië en als klap op de vuurpijl won hij ei zo na de Ronde van Zwitserland, waar alleen Rui Costa te sterk was.
Strijden om Tourklassement met Mollema en om Vueltarit met Gesink
In de Tour de France viel hij vervolgens uit, maar het jaar nadien mocht hij terugkomen als kopman van IAM. Na een matig voorjaar leek hij in de Tour lang te strijden om plek tien-vijftien, tot hij in de zeventiende rijd naar Pra Loup ineens lang meekon en steeg naar plek zeven. Hij verloor nog een plekkie aan Bauke Mollema, maar desondanks stond Frank toch ineens mooi als achtste in Parijs op het eindbord.
2016, het laatste jaar van en bij IAM Cycling, mag dan een rotjaar zijn geweest voor Frank, hij behaalde er wel zijn mooiste zege: in de bergachtige zeventiende rit van de Vuelta rekende hij vanuit de kopgroep af met onder meer Robert Gesink, Pello Bilbao en Leopold König op een steile slotklim.
Voor 2017 liet hij zich verleiden tot een knechtenrol voor Romain Bardet bij AG2R, waar hij de laatste pion voor de Franse klassementsrenner moest worden. Die behaalde, met Frank als luitenant, in het eerste jaar van de twee het podium van de Tour de France, terwijl Frank zich traditiegetrouw liet zien in de Ronde van Zwitserland.
Het bleek gelijk het laatste échte kunstje van Frank, die desondanks nog wel vier jaar doordeed en pas na het Zwitserse kampioenschap van dit jaar zijn fiets definitief aan de wilgen hang. Zoiets heet met een mooi spreekwoord 'uitgaan als een nachtkaars', die gedurende de veertien profjaren vooral licht gaf in de rondes in zijn eigen land, maar ook incidenteel in de Tour en Vuelta...
Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties