Voor Tim Merlier kan de rustdag in de Giro d'Italia niet snel genoeg komen. De Belgische sprinter rijdt op zijn tandvlees tijdens de bergetappes en moet toegeven 'dat het beste er wel af is'. Dat terwijl er maandag nog een interessante etappe op hem wacht.
Merlier kwam in de negende etappe van de Giro als 162e renner over de streep. Ruim binnen de tijdslimiet, maar wel op bijna 26 minuten van ritwinnaar Egan Bernal. Het zijn getallen die bevestigen hoe Merlier zich tijdens de rit voelde. 'Ik heb mijn uiterste best moeten doen om de finish te halen', vertelt hij bij Het Nieuwsblad. 'Ik zat lange tijd niet comfortabel, maar uiteindelijk kwam ik in een goede groep terecht. De laatste veertig kilometer heb ik puur op de moral gereden.' Opgeven in de paarse puntentrui was er niet bij voor hem.
Het is niet gek dat Merlier moeite heeft in de bergrit. Het is immers pas de eerste keer in zijn carrière dat hij zeven dagen op rij op de fiets zit. 'Mijn lichaam wil niet meer mee', klinkt het. Volgens de sprinter van Alpecin-Fenix stapelt de vermoeidheid zich dag na dag op, mede door de lange verplaatsingen: 'We zijn altijd laat in het hotel en gaan altijd laat slapen.'
Merlier hoopt wat te recupereren
Om die reden snakt de paarse trui naar de rustdag, maar die staat slechts op dinsdag gepland. Eerst volgt nog een etappe met een vlakke aankomst, waar hij normaal gesproken als één van de favorieten zou starten. Het is afwachten of dat nu ook het geval is, gezien de vermoeidheid. 'Ze zullen mij wel proberen te droppen', wijst hij naar het klimmetje op 35 kilometer van de finish. 'Hopelijk kan ik de volgende uren wat recupereren, zodat ik wat frisser ben dan de voorbije dagen.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties