Naesen omschrijft op heerlijke wijze hoe het is om te koersen tegen 'mutanten' Van der Poel en Pogacar

In de Tour de France staan talloos veel wereldtoppers aan het vertrek. Sterker nog: het is zelfs voor het eerst dat De Grote Zes in dezelfde wedstrijd acte de présence geven. Tot dat illustere rijtje rekenen we natuurlijk ook Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar, de twee mannen die het klassieke voorjaar domineerden en over wie In de Leiderstrui het nodige besprak met Oliver Naesen, die de fenomenen inmiddels maar al te goed kent.

We spraken Naesen begin juni, daags voorafgaand aan het Critérium du Dauphiné, wat dan weer als belangrijkste voorbereidingskoers op de Tour de France geldt. In de Tour zullen we de 34-jarige Vlaming als lead-out-man voor sprintkopman Sam Bennett gaan zien, terwijl hij in de niet-sprintersritten als wegkapitein ten dienste van Felix Gall zal fungeren.

'Mathieu zou een krachtig paard zijn': Naesen duidt op grappende wijze de suprematie van Van der Poel (en van Pogacar)

Over zijn eigen kansen (in overgangsetappes) was Naesen toentertijd ook duidelijk. 'De laatste jaren wordt mij vaak gevraagd: Ollie, mocht de kans zich voordoen in een overgangsrit, kunnen we u verwachten? Meestal krijgt een renner als ik zijn kansen in de ritten als je al een beetje grijs gefietst bent, nadat je al dagen of weken je helpende rol vervuld hebt. Dan zit het ook niet altijd meer in de benen moet ik toegeven. Maar neem nu vorig jaar. Er waren toen drie overgangsritten en ik was drie keer mee. De ene keer wint Matej Mohoric, de andere twee keer waren we met vijftig gasten weg, met daarbij ook Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar...'

'Daar zit je dan. Daar word je niet blij van, kan ik je zeggen', vervolgde de ervaren West-Vlaming zijn verhaal met een glimlach. 'Alle drie de ritten was ik mee en ging het voor mijn bescheiden niveau perfect, maar wordt die droom direct aan diggelen geslagen. Dat is echt gekkenwerk.' Het is ook dan dat het 'gekkenwerk' specifieker ter sprake komt. De laatste jaren zien we immers een trend van steeds hogere snelheden, koersen die vroeger worden opengebroken en solo's van hier tot Tokio. Van der Poel en Pogacar zijn nu net twee coureurs die daar - in de positieve zin - wel een handje van hebben. 'Die twee zijn echt niet normaal', duidde Naesen.

'Zij zijn gewoon zoveel beter dan de rest. Dan spreken we niet meer over betere fietsen of wat dan ook. Daar is niets slechts aan. Die gasten zijn volgens mij gewoon als een of andere mutatie geboren, dat kan bijna niet anders. In de paardenwereld spreekt men altijd over ''de vader van'' aan pa's kant en ''de grootvader van'' en de moeders kant. In het geval van Mathieu klopt dan dan precies, hè', refereert hij aan Adrie van der Poel en Raymond Poulidor. 'Mathieu zou een krachtig paard zijn! Als je van hem een huidcel pakt en het onder de microscoop legt, zul je simpelweg zien dat het beter is dan de rest.'

Het zo goed als allesomvattende interview met Naesen lees je hier!

Youri van den Berg (Twitter: @YourivndnBerg)