Philipsen komt meer in vaarwater Van der Poel en Van Aert, maar: 'Wout moet haast remmen om groen niet te pakken'

Jasper Philipsen is, als het aan deze website ligt, de gedoodverfde favoriet voor de groene trui in de Tour de France en dat is niet zonder reden. De Belg van Alpecin-Deceuninck bewijst zichzelf de laatste twee jaar als één van de rapste sprinters en daarnaast kan hij als één van de weinige spurtbommen een heuvel over. De Tour kan een groot succes worden, alleen krijgt hij daar wel te maken met ploegmaat Mathieu van der Poel en Jumbo-Visma-man Wout van Aert.

Dat Philipsen is opgeklommen naar de eerste plaats op de favorietenlijst voor groen, heeft hij aan zichzelf te danken. In het afgelopen voorjaar richtte hij zich voor het eerst echt op het klassieke werk en dat werd een doorslaand succes. 'Ik heb bewezen dat ik die klassiekers niet uit mijn hoofd moet zetten. Gent-Wevelgem, Roubaix en Sanremo zijn de meest haalbare. De Ronde is voorlopig te hoog gegrepen, maar kan misschien in de toekomst, als ik meer body kweek en iets minder op sprinten focus. Dat kan iets voor rond mijn 30ste zijn', zo droomt Philipsen hardop in Het Nieuwsblad.

Met zijn toegenomen klimkwaliteiten, zijn uitstekende sprintbenen en een indrukwekkende portie inhoud komt Philipsen meer en meer in het vaarwater van Van der Poel en Van Aert. Zo ziet hij dat zelf echter niet. ' Een Van Aert of Van der Poel zal ik nooit worden. Zomaar vlot overleven, dat lukt me niet. Daar moet ik hard voor werken, maar ik heb wel het voordeel dat ik mijn sprint achter de hand heb als erbij ben. Ik word nog elk jaar sterker. Geen reusachtige stappen voorwaarts, maar wel elk jaar nog een kleintje en dan moeten mijn topjaren nog komen.'

Philipsen eist geen lead-out van 'maat' Van der Poel

En toch maait Philipsen op papier flink wat gras voor de voeten weg van Van der Poel in de komende Tour. De sprints zijn voor hem, waarschijnlijk ook als er in de finale nog een heuveltje zit. 'We zijn nu heel compatibel. De ploeg wil dat ook meer gaan uitspelen', zo zegt Philipsen daar over. Hij zegt Van der Poel nu beter te kennen. 'Ik denk wel dat we maten geworden zijn', voegt hij eraan toe. Dat gaat echter niet zover dat Philipsen straks een lead-out eist van z'n Nederlandse kopman. 'Mathieu kan zeker een grote meerwaarde leveren in de sprints. Hij kan een streep trekken die dubbel zo lang is als de rest. We moeten nog bekijken hoe we het aanpakken. Het zal ook afhangen van het risico en de ritten die erop volgen. Anderzijds weet ik dat ik ook een sprint kan winnen zonder hem.'

Het moge duidelijk zijn: Philipsen gaat naar de Tour met z'n eigen ambities. Die focussen zich op de sprints, maar hij gaf ook al aan dat de groene trui een groot doel is. Helemaal nu Van Aert heeft aangegeven niet vol voor het puntenklassement te willen gaan. 'Alles hangt toch van Wout af. Hij kan onderweg zoveel punten meegraaien in spurts en door met ontsnappingen mee te schuiven, dat hij haast in de remmen moet gaan om het groen niet te pakken. Als hij de punten effectief laat lopen, dan kom je vanzelf bij mij terecht, dat snap ik ook wel. Maar dan komen meerdere spurters in aanmerking. Ik denk dat het vooral zaak zal zijn om ritten te winnen. De tussensprints gaan minder doorwegen. Het is een kwestie van altijd vol te gaan in de eindsprint. Als je eens een massaspurt mist, loop je sowieso een hoop punten mis.'