Het WK wielrennen 2023 staat voor de deur en dat betekent dat we aanbeland zijn bij tactisch één van de meest interessante wedstrijden van het jaar. De coureurs starten namelijk niet namens hun normale teams, maar in de nationale kleuren. In de Leiderstrui tracht de tactische elementen van de grootste wielerlanden te ontleden voor de strijd om de regenboogtrui in Glasgow!
Tactiek en WK, het is een geschiedenis an sich. Of het nu gaat om de Litouwer Raimondas Rumsas die de Let Romain Vainsteins hielp in 2000, de schijnbaar perfecte series van Spanje (tussen 1999 en 2004 vier keer winnaar), Italië (2006-2008) en Julian Alaphilippe/Frankrijk (2020/2021) of vetes over en weer tussen verschillende kopmannen: er valt altijd wel iets op aan te merken.
Met een ongelukkige opmerking van Jasper Philipsen in de Tour de France ('ik rijd niet achter Mathieu van der Poel aan') leek zich een nieuw steekspel te ontluiken, maar deze keer werd het vakkundig in de kiem gesmoord door de Belgische bondscoach Sven Vanthourenhout. En laat dat nu vorig jaar de architect zijn geweest van het masterplan-Evenepoel, waardoor de uiteindelijke winnaar er eigenlijk al van weg was voordat de grootste concurrenten dat in de gaten hadden.
Dé (mogelijke) reden hiervoor? Het gebrek aan oortjes, waardoor koerskwaliteiten nóg meer van belang zijn. Vorig jaar werd er nog flink over geklaagd door onder meer nummer twee Christophe Laporte ('ik wist niet eens voor welke plaats ik sprintte'), Wout van Aert ('het is een drama') en Tadej Pogacar ('het maakt het vreemd en chaotisch'). Enfin, ook in 2023 gaan die oortjes er niet bij zijn en dat maakt het voor de kijker mogelijk nog interessanter.
Belgen bewust van 'duidelijk plan vóór de koers'
Het eerste land dat we onder de loep nemen is België, dat op papier over de sterkste (en grootste, met dank aan de zege van Evenepoel mogen ze met negen in plaats van acht starten) selectie beschikt. Bondscoach Sven Vanthourenhout is een man die erop hamert dat eenieder zich aan zijn rol houdt, al kan hij met de ijzersterke selectie die hij heeft wel iets meer aan damage control doen dan andere naties. 'Het is een luxe dat we met drie verschillende renners drie verschillende rollen kunnen uitspelen', doelde hij op kopmannen Remco Evenepoel, Wout van Aert en Jasper Philipsen.
Van Aert weet nog van vorig jaar dat het lastig koersen is zonder oortjes en dat bracht hij dan ook al ter sprake tijdens de Tour. 'Zeker zonder oortjes zal het moeilijk worden om afspraken te maken tijdens de koers, wat sowieso al niet makkelijk is. Daarom wordt het belangrijk om vóór de koers een duidelijk plan te hebben. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit goed gaat komen.'
Wat dat plan inhoudt? Dat de drie kopmannen hun eigen rol in de finale hebben. 'Philipsen moet bijvoorbeeld niet op zestig kilometer van de finish al gaan anticiperen om Evenepoel en/of Van Aert voor te zijn. Ze moeten alle drie beseffen dat als iedereen zich aan zíjn fase van de koers houdt, dat er net voor kan zorgen dat ze wereldkampioen kunnen worden', vertelde Vanthourenhout in de Belgische media. 'Eens ze uit hun rol treden, riskeren ze het zichzelf moeilijk te maken. En in een totaal ander gevecht verwikkeld te geraken dan gepland.'
Cruciale factor in de koers: positionering, weet ook Vanthourenhout. Met Tiesj Benoot en Nathan Van Hooydonck verzekerde hij zich van de diensten van twee van de intelligente bodyguards van Jonas Vingegaard in de Tour de France, terwijl ook Frederik Frison, Jasper Stuyven, Yves Lampaert en Victor Campenaerts met hun kwaliteiten in het Vlaamse werk weten waar ze moeten zitten in zo'n dergelijk WK-scenario.
Nederland rekent erop twee kopmannen in stelling te kunnen brengen
Het enige land dat op papier een-op-een wat in kan brengen tegen de Belgische kopmannen is Nederland. Dylan van Baarle tegenover Evenepoel, Mathieu van der Poel tegenover eeuwige rivaal Van Aert en Olav Kooij tegenover Philipsen, zo zou het in theorie kunnen zijn. De theorie is in deze echter weinig waard, daar we het over een koers van 270 kilometer over een parcours met 42 bochten per ronde in mogelijk natte omstandigheden hebben.
Wat de tactiek van de Nederlanders dan exact is? 'We rekenen erop Mathieu en Dylan in stelling te kunnen brengen, maar moeten ook andere opties openhouden als de wedstrijd zich in een bepaalde richting ontwikkelt', aldus bondscoach Koos Moerenhout, die daarmee lijkt aan te geven Kooij achter de hand te willen houden. 'Dat betekent niet dat we bij voorbaat op een sprint inzetten, maar Olav is een sterke sprinter die ook in ontwikkeling is richting het klassieke werk.'
Toch rekent de ervaren Moerenhout, die zelf in 2005 een gooi deed naar de wereldtitel in Madrid, vooral op zijn twee klassieke mannen: Van der Poel en Van Baarle. 'De wegwedstrijd wordt verreden op een snel parcours dat aan een klassieker doet denken. Met Mathieu hebben we een afmaker in huis en ook Dylan bewees al vaker ook goed te renderen op een rondje als deze. We hopen deze twee renners tot diep in de finale te krijgen en dan voor de winst mee te kunnen strijden. De andere renners zullen in beginsel ondersteunend van start gaan', kon Moerenhout daarover niet duidelijker communiceren.
Voor Van Aert kan Van der Poel alvast een godsgeschenk zijn, daar de Belg een beetje gevangen kan zitten tussen vroege vogel Evenepoel en late sprinter Philipsen. Mocht VDP er op geheel eigen wijze wat van proberen te maken in Glasgow, dan kan dat de kans vergroten voor beide crossers. Al neigen we nu wel heel veel naar als, als toe...
Denen rekenen op ervaring Mørkøv in tactisch steekspel
Mads Pedersen is hoe dan ook één van de topfavorieten voor het komende WK wielrennen. De Deen heeft enkele troeven in zijn arsenaal zitten die zondag tot uiting kunnen komen: hij is ijzersterk boven de tweehonderd kilometer, kan goed omgaan met de koude, regenachtige omstandigheden, bewees in de Tour al iedereen te kunnen kloppen na een zware wedstrijd én hij beschikt net als Van Aert en Van der Poel over een supersterke selectie.
Met onder meer Kasper Asgreen, Søren Kragh Andersen, Mattias Skjelmose, Mikkel Bjerg en Mikkel Honoré hebben de Denen meerdere coureurs die de voorfinale kunnen kleuren, terwijl er met Michael Mørkøv ook iemand is meegenomen voor het tactische aspect. 'Het is absoluut cruciaal om vooraan te zitten, dus je hebt ook renners nodig om de kopmannen te plaatsen. Dat is de kernkracht van Michael en dat maakt hem ook heel belangrijk voor onze ploeg', liet bondscoach Anders Lund weten aan TV2.
Mørkøv zelf voelde zich vereerd. 'We gaan naar Glasgow met enkele renners die de kwaliteit hebben om te winnen', doelde hij op Pedersen en Asgreen. 'Dat maakt het heel bijzonder om deel uit te maken van zo'n sterke selectie.'
'Alaphilippe niet per se als kopman' bij Fransen
Als je Thomas Voeckler als bondscoach hebt, mag je altijd wel een stuntje verwachten. De Fransen bliezen op het WK in 2021 in Leuven alles en iedereen weg met hun tactiek in dienst van Julian Alaphilippe, wat ze vorig jaar in Wollongong trachtten te herhalen door de koers vroeg op te breken. Christophe Laporte werd toen nog knap tweede, weliswaar op grote afstand van winnaar Evenepoel.
Bij zijn bekendmaking van de ploeg met onder meer Alaphilippe, Laporte en Valentin Madouas liet Voeckler al verstaan dat de Fransen wederom hoog mikken. 'Julian zal niet per se onze kopman zijn', verklaarde Voeckler, die in de Tour vanaf zijn TV-motor zag hoe de voormalig tweevoudig wereldkampioen het lastig had. 'Het is in ieder geval een speciaal parcours, waarbij het heel erg afhankelijk is hoe de koers verloopt. We willen hoe dan ook voor het beste resultaat gaan, maar weten dat er veel concurrentie is. Het is een heel atypisch circuit. Ik heb 48 bochten geteld in de plaatselijke ronde', aldus de keuzeheer.
In gesprek met L'Equipe spreekt Voeckler wat meer over de rolverdeling in zijn ploeg. Normaliter zullen de Fransen niet gaan afwachten. 'Hoe langer de race duurt, hoe moeilijker het voor ons wordt. Als we in een kopgroep belanden, verspillen we niet meer energie dan wanneer we in het peloton moeten wringen. Als er serieuze groepen wegrijden, kan het een bloedbad voor ons worden. We moeten sowieso voorkomen dat we niet meezitten, waardoor je in het peloton moet achtervolgen. Op dit circuit is dat het laatste wat je wil.'
Italianen pakken handschoen van favoriet niet direct op
Italië trekt met onder meer Matteo Trentin (op een soortgelijk parcours in 2018 winnaar van het EK in Glasgow) en Alberto Bettiol (vorig jaar achtste op het WK) naar Schotland, maar bondscoach Daniele Bennati moet het door overlap met het baanwielrennen zonder Filippo Ganna en Jonathan Milan doen. 'Ze hebben het over het combineren van disciplines, maar zij hebben nu keuzes moeten maken', klonk het verbitterd in La Gazzetta dello Sport.
De jaren dat iedereen naar het Italië van onder meer Paolo Bettini, Damiano Cunego, Alessandro Ballan en Filippo Pozzato keek, lijken voorbij. 'Het is een parcours voor jongens als Van der Poel, Pedersen en Van Aert', stelt Bennati. 'Als er een groep met goede renners vertrekt, wordt het hoe dan ook heel moeilijk om ze weer terug te halen.'
'In totaal moeten er 400 bochten overwonnen worden in 270 kilometer', schetst de Italiaanse bondscoach. 'Iedereen gaat daarbij pijn hebben in de benen. De jongens die ik heb geselecteerd, weten dat ze alles moeten geven', bereidt Bennati zijn mannen voor op een anticiperende rol.
Slovenië zet alles op Pogacar, 'geen meter vlak' volgens bondscoach
Tadej Pogacar kan op het WK in Glasgow niet rekenen op de ondersteuning van andere toppers als Matej Mohoric, Primoz Roglic en Jan Tratnik, waardoor de coureur van UAE-Team Emirates het op de 'Peter Sagan-manier' lijkt te moeten gaan doen: meeschuiven met de juiste moves en dan in de finale op basis van klasse het verschil maken.
De Sloveense bondscoach Uros Murn verklaart dat zijn mannen op het beste resultaat mikken. 'De eerste helft van het parcours is niet zo zwaar als het op het profiel lijkt. Toen ik de omloop in maart reed, zag ik dat het circuit wel zwaarder was dan de kilometers ervoor.'
'Er zit geen meter vlak in die omloop', liet Murn weten aan Siol.net. 'Het zijn geen grote heuvels, maar het gaat constant op en af en er zitten zomaar meer dan veertig bochten in het parcours.'
Overige landen lijken koers vooral te moeten ondergaan
Voor het overige lijkt het er vooral op dat de andere landen de koers niet mee kunnen gaan dragen. De Amerikanen zouden in eerste instantie met een sterke ploeg gaan, maar Matteo Jorgenson, Quinn Simmons en Magnus Sheffield besloten toch af te zeggen. Na de eerdere absentie van Brandon McNulty rust de druk nu vooral bij Neilson Powless. Bij Spanje van hetzelfde laken een pak na alle opgaves, daar rekent bondscoach Pascual Momparler voornamelijk op Alex Aranburu. 'Dit parcours is voor explosieve en sterke renners en daar hebben we er twee van, met Aranburu en Iván Garcia Cortina', zegt hij bij AS.
De Australiërs hebben met Michael Matthews en Caleb Ewan ook twee namen van formaat. Die eerste heeft het al maanden over dit WK en liet al ontvallen dat hij 'met niets minder dan goud tevreden kon zijn' na eerdere podiumplekken, maar na een hoogtestage in Livigno kwam hij direct ten val in zijn eerste koers in het Baskenland. Vervolgens reed Matthews zijn eerste drie koersen niet uit.
De Zwitsers hebben met Marc Hirschi, Stefan Küng en Mauro Schmid meerdere mannen die mee kunnen doen in de finale, maar zij lieten tot op heden nog niets los over hun tactiek. Datzelfde geldt voor kleinere landen als Ierland (Ben Healy), Slowakije (Peter Sagan), Noorwegen (Alexander Kristoff), Duitsland (Nils Politt), Portugal (Joao Almeida) en Polen (Michal Kwiatkowski), maar daar laat de tactiek zich veelal raden: anticiperen waar het kan, maar vooral hopen dat alles aan het einde op zijn pootjes terecht komt.
Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties