Vanmarcke looft klassiekerploeg ISN, maar 'als Wout en Mathieu gaan, kan ik niet volgen'

Sep Vanmarcke heeft zijn vertrouwen in de klassiekerploeg van Israel Start-Up Nation uitgesproken, zeker nu Giacomo Nizzolo daaraan toegevoegd is. Met de Italiaan en na een sterke Parijs-Roubaix is Vanmarcke klaar voor het voorjaar. Maar dan moet hij wel afrekenen met de vaak superieure Wout van Aert en Mathieu van der Poel.

Het was wederom een jaar met veel pech voor Vanmarcke. Vier valpartijen en een opgave in de Vuelta a España en lekke banden en valpartijen in Parijs-Rouobaix gooiden roet in het eten, maar hij houdt de moed hoog. Bij Cyclingnews spreekt hij vol vertrouwen over het seizoen 2022. Zeker na de sterke Hel van het Noorden van Tom Van Asbroeck en Guillaume Boivin. 'We hebben sterke renners voor de klassiekers. Zij hebben de stap opmhoog gemaakt en dit was de eerste keer dat ze het konden laten zien.'

Vanmarcke was zelf niet mee in de finale van Roubaix door pech, maar was desalniettemin zeer gelukkig: 'Ik was blij, want ik was trots als ploeggenoot. Ik hoop dat ze in het voorjaar wederom dat niveau halen, want dan hebben we meer opties.' Zijn eigen ongeluk wilde hij het niet al te lang over hebben. 'Ik voelde me goed in de zomer, zowel het niveau als de conditie, maar alles ging mis. Ik had veel pech in de Vuelta en Roubaix. Het was gewoon verkeerde plek op het verkeerde moment denk ik.'

Vanmarcke: 'Met Nizzolo kunnen we meerdere kaarten uitspelen in de finales'

Hij wil zijn energie niet meer verspillen aan die gedachte en blikt dan liever vooruit op wat er komen gaat. Het feit dat hij komend jaar Nizzolo aan zijn zijde heeft, geeft vertrouwen: 'We kunnen dan meerdere kaarten spelen in finales met Tom en Guillaume en Giacomo als snelle man. Ik ben heel blij dat hij ons versterkt in de klassiekers.' Toch denkt hij dat dat lastiger is dan het vroeger was. 'Het fysieke niveau is omhoog gegaan. Ik rijd dezelfde waardes, maar ik kan de race niet naar mijn hand zetten zoals toen. Maar de extra kennis en ervaring compenseren.'

Hij blijft zich dan ook richter op klassiekersucces, al ziet hij in dat daarvoor afgerekend moet worden met een aantal zeer sterke renners. 'Wanneer mannen als Van Aert en Van der Poel koers maken, dan is het voor mij onmogelijk om te volgen.' Bij de pakken neerzitten doet hij echter niet. 'Dat betekent niet dat ik niet kan winnen of in de finale kan zitten, maar wel dat als ze op een steile klim gaan, het te explosief voor me is. Daar moet ik aan blijven werken.'