Vingegaard laat zich totaal niet van de wijs brengen: 'Mentaal kraak ik nooit, dus we blijven erin geloven'

Ze weten het bij Visma | Lease a Bike inmiddels dondersgoed: het wordt een hels karwei om Tadej Pogacar nog uit de gele trui te rijden. Toch heerst daags na het pak slaag dat de Sloveen uitdeelde aan Jonas Vingegaard de rust binnen het Nederlandse team. Tijdens de persconferentie op de rustdag ging Vingegaard in op het restant van de Tour, de loodzware slotweek die nog wacht. Ook Wout van Aert kwam aan het woord, hij besprak met name zijn eigen groeicurve.

Vingegaard gooit handdoek nog niet in de ring: 'Ik blijf gewoon strijden tot het eind'

Vingegaard werd zondag geconfronteerd met een nóg sterkere Pogacar, terwijl hij zelf naar eigen zeggen al een van zijn beste dagen op de fiets kende. 'Het is waar dat ik op mijn beste niveau ooit klim. Maar als iemand beter is, is dat zo. Hij is nu beter. Maar ik hoop het nog om te keren in de slotweek, dat is wel het doel. Ik denk gewoon dat het nog mogelijk is. Ik ga in ieder geval niet weg zonder een groot gevecht. De Tour heb ik al twee keer gewonnen, ik kom hier niet voor de tweede plaats. De overwinning is het doel.'

Doel en realiteit mogen dan ietwat uit elkaar liggen op het moment van spreken, Vingegaard gaat gewoon stoïcijns door. 'Pogacar lijkt heel sterk, maar hij heeft ook slechte dagen gekend. Remco Evenepoel is ook nog heel sterk, dat heeft hij laten zien. Ik zou eerder proberen aan te vallen voor plek één, dan dat ik achterom kijk. Ik ben super trots op mezelf en hoe het team zondag gekoerst heeft', klonk het opvallend positief vanuit de Deen. Ook niet geheel verrassend, gezien de afgelopen maanden.

'Zoals ik eerder gezegd heb: ik kan niet teleurgesteld zijn, Tadej was beter en ik was al op mijn best. Ik ben gewoon blij. Natuurlijk heb ik de mentale kracht nog, ik kraak op dat vlak niet snel. Ik ga er gewoon voor en ie het wel. We hebben vaker plannen gehad die niet lukten zoals bedoeld, maar we proberen het. Het is mogelijk om de Tour nog te winnen. We moeten erin geloven. Ik voel ook veel steun vanuit mijn familie, het is fijn dat ze hier op de tweede rustdag zijn. Mijn longen werken goed, dus voor de slotweek heb ik vertrouwen in mijn kunnen. We wisten niet waar we stonden, maar zondag toonde aan dat ze perfect werken.'

Lees verder onder de foto

Wout van Aert richt zich op eigen kansen, Vingegaard én stiekem ook op Spelen

Voor Van Aert geldt dat hij startte met de nodige vraagtekens aan de Tour de France. De Belg kan nog niet in de rol kruipen die hij de afgelopen jaren vervulde, maar hij voelt zich wel steeds beter. 'Ik voelde me in week twee sterker dan in week een. Het ging een stuk vlotter. Deze week was ik goed. Van mij had de derde week wel makkelijker mogen zijn', knipoogde hij naar de pers. 'Ik zie mezelf ook wel een kansje hebben in de laatste week, in de vlucht. Ik wil ook resultaten halen, ik denk daarbij niet aan het verbeteren van mijn conditie. De combinatie met het helpen van Jonas is daarbij belangrijk.'

Van Aert kijkt daarbij vooral naar de woensdag en donderdag. 'Dan zal de vlucht een goede kans hebben, maar het is nog steeds aankomst bergop. Er zullen ook goede klimmers mee willen zitten. Het wordt lastig. De etappe naar Barcelonette zal ook een mooie strijd opleveren, daar wil ik het ook proberen. Ik ben eigenlijk wel blij om in de Tour te zijn. Ik heb me al best vermaakt, al had ik verwacht beter te zijn. Ik stond lang aan de kant. Ik heb echt het gevoel dat ik beter word in finales, zoals in de rit naar Pau. Daar voel je de groei.'

In het achterhoofd van de Belgische alleskunner zitten natuurlijk ook de Olympische Spelen. 'Ik ben daar nu niet in het bijzonder mee bezig, maar natuurlijk het hele jaar al wel. Het is een mooi vooruitzicht, en ik ben blij dat het evenement eraan komt. Vanuit de ploeg krijg ik in de overgangsritten een vrije rol. Ik mag mijn gang gaan. Ik voel me steeds beter in het peloton. Ik ben geen angsthaas', ging hij nog in op zijn eerdere uitingen dat hij bang zou zijn in het peloton. 'Ik moet misschien iets minder eerlijk zijn in interviews, haha.'