Voor een periode van zeventien jaar stak de Rabobank veel geld in het wielrennen, met een eigen ploeg en ook opleidingsploeg. Het doel daarvan was het winnen van de Tour de France met een zelf opgeleide Nederlandse renner. Hoewel dat uiteindelijk niet lukte, kijkt wielerjournalist Thijs Zonneveld in gesprek met Wielerrevue met weemoed terug naar de tijd van Rabobank.
De voorbeelden zijn talrijk, van renners die via de opleidingsploeg van Rabobank doorstroomden naar het profniveau. Denk bijvoorbeeld aan Bauke Mollema, Wilco Kelderman, Dylan van Baarle, Robert Gesink, Steven Kruijswijk en ook Tom Dumoulin reed een seizoen voor het team. Het Nederlandse wielrennen plukt nog altijd de vruchten van de investeringen van Rabobank in het wielrennen.
Die periode van voorspoed komt echter geleidelijk ten einde. Er stromen al een tijdje minder grote Nederlandse talenten door, waardoor er niet direct opvolging is voor de succesvolle garde, die bezig is aan de herfst/winter van hun wielerloopbaan. Dat ziet Zonneveld ook. Hij luidde al eerder de noodklok over de staat van het Nederlandse wielrennen.
Volgens hem wacht de Nederlandse wielerfan een mogelijk schaarse periode aan topprestaties van Nederlandse coureurs. 'In Nederland zijn we onwijs verwend de laatste tien jaar en dat beseffen we veel te weinig. Opvolging is er amper. Misschien een Tijmen Graat, die het goed heeft gedaan in de Tour de l’Avenir. Maar het zijn vooral individuen, terwijl het de voorbije tien jaar structureel was.'
Lees verder onder de foto.
Zonneveld: 'Die reed over het fietspad...'
'Elke grote ronde reed een Nederlander naar de top tien, soms zelfs twee of drie', kijkt Zonneveld terug op een tijd van weelde. 'Dat was voor een deel toeval, maar het kwam óók door de opleiding van Rabobank, die een Nederlandse Tourwinnaar wilde maken. Dat is niet gelukt, maar het heeft wél veel goede wielrenners voortgebracht. Het plan kreeg destijds kritiek, maar als je nu ernaar kijkt, heeft het veel opgeleverd en was het echt baanbrekend', kijkt Zonneveld er nostalgisch op terug.
Nederland wordt in het buitenland vaak geroemd om haar fietscultuur, maar volgens Zonneveld breekt die inmiddels ook langzaam af. Zo neemt het aantal wielerkoersen geleidelijk af, met name door het gebrek aan motorrijders met de vereiste licentie. Daarnaast voelen jongeren zich minder aangetrokken tot de racefiets. 'Ergens betalen we momenteel de rekening dat er minder wedstrijden zijn, er minder licentiehouders zijn en voor het algemene beeld van wielrenners in ons land.'
Zonneveld geeft vervolgens een voorbeeld over hoe de gemiddelde burger over wielrenners denkt. 'Pas geleden was er een wielrenner die over het fietspad fietste, waar een koe schrok en ergens in verstrikt raakte. De boerin hield een zielig verhaal en iedereen maar zeiken op wielrenners. Ik dacht: wat heeft die wielrenner eigenlijk verkeerd gedaan? Die reed over het fietspad… Ja, jongens. Zeker sinds corona lijkt het bon ton om te haten op iedereen in een fietspakje.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties