Sanne Cant begint zondag aan de eerste cross van haar laatste seizoen als veldrijdster. Ze staat aan de start van de Superprestige in Ruddervoorde. In gesprek met wielerblad Bahamontes blikte ze terug op haar verleden in de cross. Uit haar woorden komt duidelijk naar voren dat de vrouwencross jarenlang een onderschoven kindje was.
Waar bij de mannen de Belgen doorgaans de dienst uitmaken in de cross, was het bij de vrouwen lang wachten op een doorbraak. Uiteindelijk kwam die er met Cant, maar de weg ernaartoe was allesbehalve eenvoudig. Onder andere omdat ze geen voorbeeld had waaraan ze zich kon optrekken. 'Ik had geen professionele veldrijdsters als voorbeeld, dus beschouwde ik de cross lang als een uit de hand gelopen hobby die ik combineerde met de middelbare school.'
Tijdens een cross in haar juniorentijd merkte ze echter dat er meer mogelijk was. 'De klik kwam er op de Wereldbekerwedstrijd in Hofstade. Ik was nog junior, maar alle vrouwencategorieën reden toen nog samen', aldus Cant. 'Plots reed ik even op kop, wat voor een Belgische in die tijd vrij uniek was. De toeschouwers stonden bij onze wedstrijd nog met hun rug naar het parkoers en hadden niks in de gaten, maar het enthousiasme van de speakers sloeg plots wel over op het publiek. Dat gaf zo'n grote kick dat ik dacht: dit wil ik blijven doen.'
Lees meer onder de foto.
Cant: 'Ik denk dat Sven Nys het tienvoud kreeg'
Vervolgens ging het in grote stappen alsmaar beter. Cant kwam in 2009 onder de hoede van gebroeders Roodhooft en bouwde sindsdien een palmares uit om 'u' tegen te zeggen. Zo werd ze drie keer wereldkampioen, won ze driemaal de Wereldbeker en vier keer de Superprestige. Vooral haar aantal van vijftien Belgische nationale titels als elite is indrukwekkend; bovendien gaat het om een onafgebroken reeks.'
Je zou denken dat iemand met zo'n erelijst en status in de cross goed zou verdienen, maar dat viel zeker in de beginjaren enorm tegen. 'Als ik een cross won, zelfs bij de elite, kreeg ik amper 27 euro. Dat reed je makkelijk op aan benzine. En een vrouwencross werd ook goed weggestoken in het programma', schetst Cant een schrijnend beeld.
Ook kregen de dames weinig publiciteit. 'Starten deden we al om half tien 's morgens, nog voor de nieuwelingen en alle andere mannencategorieën, vaak terwijl ze de spandoeken nog aan het hangen waren. De eindzege in de GvA-trofee leverde me slechts 2.500 euro op. Ik denk dat Sven Nys toen het tienvoud kreeg. Wij, vrouwen, crossten toen allemaal uit passie voor de sport.'
Cant beetje jaloers op Van Empel en Pieterse
Waar Cant in het verleden jarenlang met de scepter zwaaide, is die inmiddels in handen van de jonge veelvraten Fem van Empel en Puck Pieterse. Cant had graag van hun generatie geweest. 'Ik denk niet dat Pieterse en Van Empel zich ook maar een beetje kunnen inbeelden in welke omstandigheden ik in mijn beginperiode moest crossen. Je zou dus kunnen zeggen dat ik te vroeg ben geboren.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties