Juan Ayuso werd in september de jongste renner op het podium van een grote ronde in 118 jaar met zijn derde plek in de Vuelta a España. De 20-jarige Spanjaard liet verbluffende dingen zien voor een renner van zijn leeftijd, maar hoe goed waren die prestaties nou eigenlijk? Lanterne Rouge zocht het uit en kwam bizarre statistieken tegen.
In zijn eerste grote ronde bewees Ayuso al een van de sterkste klimmers aan de start te zijn. In de eerste bergop aankomst naar Pico Jano kwam de Spanjaard als vierde over de streep achter winnaar Jay Vine, Remco Evenepoel en Enric Mas, maar voor Primoz Roglic en Simon Yates. Met een gemiddelde aan 6,23 watt per kilo aan iets meer dan dertig minuten was dat een uitstekende prestatie. Bovenop de loodzware Les Praeres was Ayuso na Evenepoel de beste van de klassementsmannen en trapte hij 6,56 watt per kilo over een kwartier tijd, en dat terwijl hij iets te uitbundig aan de klim begon. Hij blies zichzelf echter niet op en bewees over veel inhoud te beschikken.
Mooie cijfers, maar wat betekenen deze getallen precies? Als je deze vermogens vergelijkt met Remco Evenepoel en Cian Uijtdebroeks toen zij 19 waren (zijn in het geval van de laatste), krijgt het beeld van Ayuso al wat meer vorm. Evenepoel kende in 2019 zijn beste prestatie, gebaseerd op watt per kilo, in de Ronde van Turkije. Daar trapte het Belgische supertalent 6,05 watt per kilo weg over 36 minuten. Uijtdebroeks komt ook nog niet in de buurt van de jonge Spanjaard, waar hij in de Tour of Norway in de koninginnenrit 6,1 watt per kilo over 32 minuten eruit wist te persen. Uitstekende prestaties voor de leeftijd, maar Ayuso spant de kroon.
Vergelijk de vermogens van Ayuso met die van Jonas Vingegaard in de Tour en je wordt er bang van. Op de dag dat de Deen de macht greep op de Col du Granon knalde hij in het laatste kwartier naar boven met 6,34 watt per kilo. Ayuso deed naar Les Praeres over een even lang stuk het beter, met liefst 6,56 watt per kilo. Kanttekening is dat Vingegaard er een zwaardere etappe op had zitten. Desondanks zeer indrukwekkende cijfers van de piepjonge Spanjaard.
Lees verder onder de foto:
Ayuso VS Pogacar: wie was beter in hun Vuelta-debuut?
Dan misschien wel de belangrijkste vergelijking: hoe deed Ayuso het ten opzichte van Pogacar? In 2019 reed de Sloveen zijn eerste Vuelta en won drie etappes. Bovendien eindigde Pogacar op de derde plek in het klassement. Deed Ayuso het beter dan zijn ploeggenoot? Dat is moeilijk te zeggen. Duidelijk is dat Pogacar hogere pieken in de Vuelta kende. Zo trapte Pogacar naar Los Machucos een duizelingwekkende 6,64 watt per kilo over twintig minuten. Maar de Sloveen kende ook diepere dalen, zoals naar Cortals d'Encamp. Op de klim van zestien minuten presteerde Pogacar ondermaats met 5,99 watt per kilo. Ayuso was in zijn Vuelta constanter. Extra knap, aangezien Ayuso een jaar jonger is dan Pogacar toen hij zijn eerste Vuelta reed.
De cijfers liegen niet: Ayuso is een generationeel talent. De Spanjaard van UAE Team Emirates liet doorschemeren in 2023 opnieuw de Vuelta te willen rijden. Dit keer droomt hij van winst, nadat hij zijn eerste podium reed afgelopen editie. Veel zullen dit nog te vroeg vinden, maar als Ayuso de stijgende lijn door weet te zetten is alles mogelijk. Vergeet niet: Pogacar won na zijn debuut in de Vuelta direct zijn eerste Tour de France.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties