Het gaat steeds beter met Lucinda Brand. De 33-jarige renster van Baloise Trek Lions en Trek-Segafredo kent een enorme baalwinter, na een vervelende handblessure en een flinke verkoudheid. In de Spaanse zon in Calpe vertelt Brand aan In de Leiderstrui dat ze met een open vizier de belangrijkste periode van de cross ingaat, om daarna op de weg te mikken op succes in de klassiekers en de Tour de France.
Enkele weken geleden spraken we Brand vanuit een warme camper in Merksplas. Haar crash – tijdens een verkenning in Tabor in oktober – was toen nog vrij recent en ze zat met een dikke hand te vertellen over gebrek aan gevoel in haar middelvinger en een vervelend effect tijdens het crossen. Hoe anders is dat enkele weken later. ‘Het gaat een stuk beter. De afgelopen tijd was het wat complex: mijn hand was rood en dat werd niet groter, maar verplaatste wel. Het was gevoelig en dus moest ik er vanaf, al wisten we wel dat het niet ontstoken was. We wisten echter niet waar het wel vandaan kwam.’
Brand ging aan de antibiotica en hoewel dat al flink hielp, kwam de echte oplossing tijdens het trainingskamp van Trek in Spanje. ‘Er kwamen nog een paar stukjes hechting uit en sinds dat het geval is geweest, is die pees niet meer aan het irriteren. Het lichaam werkt best bijzonder, want als iets niet lichaamseigen is, werkt het de boel uiteindelijk wel naar buiten. Bij mij zat het alleen zo diep… Het waren ook hechtingen die uit zichzelf moesten oplossen, maar soms lukt dat niet helemaal. Het zou dus kunnen dat die rode plek verplaatste omdat het die hechtingen waren.’
Tekst gaat verder onder de foto
Brand hoopt ondanks verkoudheid nog op topvorm
Dat Brand in december geen cross meer uitreed, en op 3 december met een opgave voor het laatst te zien was in Boom, lag volgens de renster niet aan haar hand. ‘Ik ben ziek geweest, een heel zware verkoudheid. Ik had eigenlijk helemaal niet moeten starten in Boom, maar het sportershoofd is soms een beetje eigenwijs. Omdat ik door die blessure sowieso al een beetje op mijn tenen liep, hadden we eerder al besloten om Dublin (11 december, red.) te skippen en wat meer rust in te bouwen. Ik zou goed gaan trainen, maar door ziekte moest ik Boom en Antwerpen ook laten gaan.’
Uiteindelijk misschien handig dat Brand de naweeën van een blessure en een ziekte tegelijkertijd op haar dak kreeg, toch? ‘Nou, ik heb pas afgelopen weekend (het weekend van Dublin, red.) weer kunnen trainen. Ik heb lang last gehad van die verkoudheid, al voel ik me nu wel honderd keer beter. In mijn conditie heb ik wel veel ingeleverd, dus het is even afwachten hoe snel ik dat weer oppak. Theoretisch gezien is het heel lastig om nog topvorm te halen in zo’n korte tijd, als je zover terug bent gezakt. In de cross heb je gelukkig wel iets minder basis nodig hebt, al weet ik dat het lastig wordt om dit cross-seizoen echt nog goed te zijn.’
Was Brand in oktober in Merksplas nog vol vrees dat ze straks in de Kerstperiode en bij het WK de vorm zou missen, inmiddels is dat wel anders. ‘In het begin is dat niet leuk, maar je leert wel om jezelf eraan over te geven. Anders zit je jezelf alleen maar in de weg. Mijn vizier blijft op het WK gericht en het is zowel voor de cross als voor mijn voorjaar op de weg goed dat ik hier in Spanje nu wat uren kan maken. Ik besef echter ook wel dat de conditionele terugval die ik nu heb ook op de weg voor problemen kan zorgen. Al mijn ploeggenoten rijden nu vier á vijf uur en ik was blij dat ik drie uur gefietst had zonder klachten… Dat is wel een heftig verschil.’
Mentaal geeft ze die situatie nu al een plekje, ook al weet Brand nog helemaal niet óf ze bij het WK en in het voorjaar op de weg inderdaad wat achterstand zal hebben. ‘Ambities op de weg zijn er wel, maar ik moet het niet raar vinden als het straks in het begin op de weg nog niet helemaal loopt zoals ik had gehoopt. Tegen die tijd moet ik mezelf wel op het hart drukken: “Lucinda, in december ging het even iets anders, dus je loopt misschien iets achter.” Dat is echter lastig. We hebben het er met de ploeg ook wel over gehad dat het niet altijd goed loopt. Ik heb al twee of drie super goede seizoenen achter de rug en fysiek heb ik in mijn carrière nooit echt gekke dingen meegemaakt. Ik had weleens een minder goed jaar, maar het is best een wonder dat ik nooit echt te maken had met zo’n blessure.’
Tekst gaat verder onder de foto
Brand noemt Parijs-Roubaix als grote doel op de weg
Misschien dat Brand het daarom allemaal omarmt met een voor haar zo kenmerkende glimlach. Brand straalt, ook als ze stiekem toch al even vooruit kijkt op het wegseizoen in 2023. ‘Parijs-Roubaix blijft een groot doel, net als vorig jaar. Dat wordt het eerste object om echt naartoe te werken. Daarna weet ik het qua doelen specifiek nog niet. Ik wil in mei meestal nog profiteren van mijn goede vorm uit het voorjaar, waar dat dan ook is. Daarna zal ik de Tour rijden en daar echt voor opbouwen.’
In de Tour komt Brand in principe Shirin van Anrooij tegen als ploeggenoot van Trek. De ervaren renster van de twee is vol lof over het toptalent. ‘Ik denk dat we op een heel ontspannen manier tot gesprekken komen. Hoe deel je nu zo’n seizoen in en wat wil je nu echt? Waar moet je op focussen en hoe dat je dat dan? Shirin heeft laten zien dat ze potentie heeft en dan moet je op een gegeven moment keuzes maken. Dat is het belangrijkste en het moeilijkste, vooral als je alles tegelijk wil. Ik heb ook die klassementsambities gehad en ik vertel dan over waarom ik dat niet meer wil.’
Waarom wil Brand dat dan niet meer? ‘Nou, ik ben twee keer vol voor de Giro gegaan. Toen was de cross nog niet zo belangrijk als de weg en ging ik echt specifiek op stage en leefde je er helemaal naartoe. Mentaal is het heel zwaar om voor het klassement te rijden, omdat je nooit je dag uitkiest, altijd scherp moet zijn en je moet altijd van voren koersen en zorgen dat er niets gebeurt. Je moet er iedere dag zo in staan en dat is, in combinatie met de hele voorbereiding, heel pittig. Ik word dan vierde, zesde of achtste en op een gegeven moment besef je dat het niemand boeit, terwijl ik wel een cross kan winnen. En dat onthoudt iedereen.’
Winnen is leuker dan vierde of zesde worden, wil Brand er maar mee zeggen. En als ze het heel eerlijk uitspreekt, was de allereerste échte Tour de France Femmes in 2022 niet zo indrukwekkend voor haar. ‘Het boeide me niet zoveel. Ik zie het volledige belang voor de sport, begrijp me niet verkeerd. Toen ik zat te kijken, vond ik het echt heel gaaf. Ik was bang dat er niet zoveel mensen langs de kant zouden staan, maar het was echt goed gedaan. Maar voor 2023 ben ik wel echt vanuit de ploeg gevraagd of ik de Tour wilde doen. Dat is het leuke, ik rijd echt voor de ploeg om anderen te helpen. Ik vind het leuk om daar mijn ding te doen en hoewel mijn hart bij de Giro ligt, doe ik de Tour als het team dat vraagt.’
Monument winnen moet nog kunnen, denkt Brand
Een knechtenrol voor de komende jaren? Nee: Brand heeft ook gewoon haar eigen ambities. ‘Als ik vroeger duidelijkere keuzes had gemaakt, had ik meer kunnen bereiken. Dat is soms het lastige van een allround renster zijn, dat je soms niet altijd ergens vol voor durft te kiezen. Je zou dan eigenlijk iemand moeten hebben die tegen je zegt dat je bepaalde doelen kan bereiken. Ik denk echter wel dat ik het maximale eruit heb gehaald en op een gegeven moment ga je wel naar het bereiken van nog betere prestaties door te kijken naar wat je in welke situatie nog net iets beter kan doen.’
Op 33-jarige leeftijd verwacht Brand geen reuze-stappen meer te maken, maar dat wil niet zeggen dat ze de grote doelen uit het oog verdwijnt. ‘Uiteindelijk is het vermogen maar een cijfer en komen er zoveel meer dingen bij kijken om een goede uitslag te rijden. Dat vind ik ook wel leuk, om op die manier nog een beetje te spelen. Ja, ik denk wel dat ik nog in staat ben om een Monument te winnen. Dat is zeker mijn ambitie. Als ik dan soms naar Plouay kijk, dan denk ik wel: die heb ik al een keer gewonnen! Dat is heel leuk.’
De weg is voor nu echter nog iets voor de toekomst. Brand heeft de training weer opgepakt en hoopt er eerst in het veld nog iets van te maken de komende weken. 'In België gaan we de blubber weer in en dan zien we wel hoe het gaat. Het wordt een heel drukke periode tot aan het WK en dan ga ik weer naar Spanje op stage. We hebben wel een wedstrijdprogramma uitgestippeld, maar we gaan wel kijken of dat haalbaar is. Misschien is het soms slimmer om een weekend te trainen in plaats van te koersen. Ik start liever, ook met de startgelden, maar ik rijd niet meer voor de klassementen, dus kan bewuste keuzes maken. Die kon ik andere jaren niet maken.'
Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: b.vanderploeg@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties