Quinn Simmons sloot een moeizaam jaar af met een knappe negende plek op het WK wielrennen in Zürich. De 23-jarige Amerikaan blikt terug op een lastig seizoen en put hoop uit zijn goede slot. In 2025 hoopt hij door te stoten en aan te sluiten bij de (sub)top, maar hij weet dat het lastig zal zijn.
'Het was goed om te zien dat ik weer terug was, want het was bijna twee jaar geleden dat ik vooraan te zien was in een grote koers als deze', vertelt Simmons aan Velo. In Zwitserland was hij een van de renners die de aanval van uiteindelijke wereldkampioen Tadej Pogacar probeerde te volgen. 'Nu kijk ik terug en zie ik hoe ik op de limiet zat om Pogacar te volgen. Ik lag er daarna twee rondes af, om daarna terug te keren en negende te worden.'
'Het is een klein resultaat, maar ik deed het op de meest inefficiënte manier mogelijk. De andere gasten die probeerden te volgen zijn niet eens gefinisht.' Er zat meer in voor de Amerikaan, had hij de race anders aangepakt. 'Ik ben er zeker van dat als ik de koers beter reed, ik om een medaille kon strijden. Het is mijn fout. Mijn benen waren goed genoeg om op het podium te staan', aldus de man uit Durango, die de snelste tijd op de Cauberg heeft.
Lees verder onder de foto!
Eerlijke Simmons: 'Ik weet dat er gasten zijn die meer kunnen'
Tegen het geweld van grootheden als Pogacar en Mathieu van der Poel kan Simmons nog niet op. 'Ik ga mezelf niet tekort doen, want ik zie wat ik kan op de training. Ik weet dat er veel mannen zijn die niet kunnen wat ik kan. Maar ik weet ook dat er gasten zijn die meer kunnen.' De voormalig Amerikaans kampioen is nog jong, ook al heeft hij zojuist zijn vijfde jaar op WorldTour-niveau afgesloten. De aansluiting bij de top heeft hij nog niet gevonden. 'Ik zou liegen als ik zei dat het niet vervelend was. Als junior was ik een van de besten ooit. Maar ik heb ook niet een hele makkelijke weg naar de top gehad.'
'Mijn neoprof-jaar was verpest door het coronavirus', gaat hij verder. 'Ik had veel valpartijen en veel problemen. Ik geloof dat, als ik een vol seizoen gewoon kan rijden, dat ik bij de top kan horen.' In de toekomst richt hij zijn pijlen op koersen als de Amstel Gold Race en de Strade Bianche. 'Ik weet dat ik niet kan wat de crazy freaks van de sport kunnen, maar ik geloof dat ik op zijn minst één grote race kan winnen. Zodra ik dat niet meer geloof, stop ik met fietsen. Voor mij is het nutteloos om door te gaan als ik niet kan winnen in grote koersen.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties