Naast de immense shock die het overlijden van Muriel Furrer op het WK wielrennen in Zürich met zich meebracht, is er misschien wel een even grote discussie ontstaan over de veiligheid binnen het wielrennen. Die discussie gaat gepaard met vragen over technologie, en de oplossingen die het met zich meebrengt. De UCI, de internationale wielerunie, wilde daar lang niet op reageren, maar heeft naar aanleiding van vragen van de NOS nu toch reactie gegeven.
Het werd na de dood van Furrer, en ook al lang daarvoor, veelvuldig geopperd: laat renners en rensters met gps-trackers rondrijden, ook bij juniorenwedstrijden. Nu blijkt dat er bij de vrouwelijke junioren, de klasse waarin Furrer koerste, ook gps-trackers op de fiets geïnstalleerd waren. De Nederlandse Fee Knaven, vierde in de WK-tijdrit bij de junioren, heeft dat bevestigd.
En toch lag Furrer lange tijd onopgemerkt buiten het parcours. Dat heeft volgens de UCI deels te maken met de functionaliteit van gps-trackers. 'De UCI wil graag ophelderen dat gps-trackers het niet mogelijk maken om op elk moment de positie van alle renners te volgen. De gegevens worden alleen verzameld als ze zich binnen het bereik van een actief internetnetwerk bevinden, vaak op een motorfiets tijdens een race.'
Lees verder onder de foto!
'De technologie is er, maar er wordt niet altijd gebruik van gemaakt', aldus Mathieu Heijboer
Om die gegevens van een gps-tracker te delen, moet de tracker in verbinding staan met het internet. Uit het statement van de UCI kunnen we afleiden dat dat alleen het geval is als een renner of renster in de buurt rijdt van een motor. Met een beter netwerk hadden de hulpdiensten Furrer dus eerder kunnen vinden. Daar vindt Mathieu Heijboer, performance coach bij Visma | Lease a Bike, het zijne van.
'Het is volstrekt onaanvaardbaar dat mensen kwijtraken in een koers', begint de Nederlander. 'De technologie is er, maar er wordt lang niet altijd gebruik van gemaakt. In de Tour de France hebben ze dat goed geregeld. Daar wordt de informatie uit de livetracker via een lokaal eigen netwerk meteen voor iedereen inzichtelijk gemaakt op de website.'
Waarom het bij andere wedstrijden niet hetzelfde geregeld is, weet Heijboer. 'Het is duur. Je moet permanent een vliegtuig of helikopter laten vliegen om dat netwerk in stand te houden.' Toch zou het voor hem wel de oplossing zijn. 'Zeker bij grote kampioenschappen en WorldTour-wedstrijden voor mannen en vrouwen zou het standaard moeten zijn.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties