Van Aert deed Alpecin-Deceuninck-boys hoogstpersoonlijk de das om: 'We moesten er allemaal aan geloven'

Voorafgaand aan het BK wielrennen in en rondom Izegem wees het merendeel van de voorspellingsvingers in de richting van Jasper Philipsen. De rappe jongen kon zijn favorietenstatus echter niet waarmaken in West-Vlaanderen. 'De Vlam van Ham' bolde uiteindelijk als 29e over de meet, op bijna een minuut van winnaar Remco Evenepoel. Volgens Philipsen en zijn ploeggenoten was het mede-topfavoriet Wout van Aert (Jumbo-Visma) die er persoonlijk voor zorgde dat Philipsen zijn BK-kansen in rook zag opgaan. In gesprek met Het Nieuwsblad geven de heren van Alpecin-Deceuninck tekst en uitleg.

'Ik moet eerlijk toegeven dat ik niet goed genoeg was om aanvallend te koersen. Was het de warmte? Ik weet het niet. Ik voelde dat ik maar één pijl had en dat was de sprint. Die kwam er niet omdat de sterkste mannen van de wedstrijd toen al vertrokken waren. Op het moment van Remco’s uitval zat ik wat te sukkelen met een musette met drank, maar dat is geen excuus. Het zat er niet in vandaag', luidt de reactie van Philipsen, die daarbij ook aangeeft dat hij hoopt in de Tour de France zijn goede gevoel van de voorbije weken weer terug te vinden.

'We hebben onze ploeg compleet opgeofferd om Van Aert en compagnie te grijpen', aldus Kielich over de doordenderende Van Aert-stoomtrein

Van Aert trok al vroeg in de 230 kilometer lange wedstrijd ten aanval. Die onderneming van de klasbak uit Herentals zorgde ervoor dat talloze jongens van de sprintersploegen zich de longen uit hun lijven moesten rijden om Van Aert en zijn vluchtgenoten weer in te rekenen. Ook de helpers van Philipsen konden dus aan de bak, zo ook Timo Kielich. 'We hebben de koers proberen te controleren, maar wrongen onszelf helemaal uit. We hebben onze ploeg compleet opgeofferd om Van Aert en compagnie te grijpen. Ook de sprinttrein moest er op dat moment al aan geloven, waardoor we in de finale mannetjes te kort zouden komen. Toen Van Aert uiteindelijk ingerekend werd, was het nog altijd dertig kilometer', is de 23-jarige coureur realistisch.

Alpecin-Deceuninck-troef Quinten Hermans had op zijn beurt de taak gekregen om Van Aert te volgen op de verschillende klimmetjes die in het begin van de wedstrijd waren opgenomen. 'Dat ging echter niet zo goed', is de heuvelspecialist realistisch. 'Toen hij vertrok met Nathan Van Hooydonck en de anderen, reed ik mezelf compleet voorbij. Ik moest me nadien flink herzetten. Het was niet gemakkelijk om in deze warmte te bekomen van de inspanningen. Ik voelde me loom, net zoals de hele ploeg had ik het idee.