Het wielerjaar 2021 loopt ten einde en dat betekent dat het tijd is voor de eindejaarslijsten! De komende weken beoordeelt In de Leiderstrui een aantal van de belangrijkste koersen en renners van het jaar en ditmaal is het de beurt aan vijf beste nieuwkomers van 2021!
Lees ook
Bij de selectie van de top vijf is gelet op een aantal factoren. De eerste en belangrijkste: leeftijd. Het gaat hier om renners die tijdens het seizoen 2021 niet ouder dan 23 waren. Daarnaast was het belangrijk dat de renners in kwestie vóór dit jaar nog amper grote koersen hadden gereden en ook niet reeds naam hadden gemaakt in vorige jaren als prof. De blik is daardoor vooral op renners gegaan die als stagiair al wat koersen reden in 2020 of zelfs pas hun intrede in het profpeloton deden in 2021.
Eervolle vermeldingen
Renners als Ethan Hayter, Gino Mäder, Jonas Vingegaard en Florian Vermeersch zijn grote talenten, maar reden in 2020 al enkele grote koersen en speelden daarin zelfs een grote rol. Hayter won in 2020 de Giro dell'Appennino en reed sterk in Coppi e Bartali. Mäder reed een dijk van een Vuelta a España, terwijl Vingegaard daar ook verdienstelijk reed. De Deen van Jumbo-Visma won in 2019 zelfs al een rit in de Ronde van Polen. Vermeersch, die buiten zijn geweldige Parijs-Roubaix geen geweldige resultaten neerzette, liet zich al enkele keren zien in het voorjaar van 2020 en reed het hele seizoen grote koersen in de World Tour, net als Alessandro Covi. Hoewel zij hun échte doorbraak beleefden in 2021, hebben zij al te veel gekoerst op WorldTour-niveau in voorgaande jaren om nog mee te doen voor deze lijst.
Daaronder zit een groepje renners dat pas de eerste koersen van hun jonge wielerleven reed, maar dit jaar net niet goed genoeg presteerden. De pas 20-jarige Ben Tulett (Alpecin-Fenix) reed mooie ereplaatsen bijeen, maar kon nooit echt meedoen om zeges. David Dekker liet bij Jumbo-Visma zien een zeer groot talent te zijn met een bijna-zege in de UAE Tour tegen gerenommeerde renners. Ook bij BORA-hansgrohe geen tekort aan talenten, want met de jonge Giovanni Aleotti en Matthew Walls hebben ze twee pareltjes in handen. Waar Aleotti de Sibiu Tour won en goed meedeed in de Settimana Ciclista Italiana, won Walls Gran Piemonte, voor een grote naam als Giacomo Nizzolo, en een rit in de Tour of Norway. Zij kwamen echter net te kort voor de uiteindelijke top vijf.
5. Olav Kooij (Jumbo-Visma, 17 oktober 2001)
De eerste renner in de top vijf is Olav Kooij. De in oktober pas 20 (!) jaar geworden renner van Jumbo-Visma mocht zo nu en dan al opdraven namens de zwartgele formatie en deed dat naar behoren. In de sprint liet hij meermaals zien op jonge leeftijd al mee te kunnen doen om de zeges. In de Ronde van Polen kwam hij net tekort in een sterk sprintersveld met onder anderen John Degenkolb, Phil Bauhaus en Fernando Gaviria, terwijl hij na een late valpartij nog knap derde werd in Gran Piemonte, achter Walls en Nizzolo. Zijn beste prestatie zette hij neer in de CRO Race, waar hij twee etappes wist te winnen. In de categorie onder 23 pakte hij daarnaast nog brons op het WK.
Vaak reed Kooij ook in dienst van zijn kopmannen en zo hebben wij hem dus nog niet heel vaak aan het werk kunnen zien voor eigen succes. Dat zou in 2022 wel eens kunnen veranderen. Weer een jaartje ouder en met Dylan Groenewegen wellicht wat meer aan het werk in de grotere koersen, heeft de jonge sprinter misschien de kans om zich te laten zien op het grote toneel. Gezien het feit dat hij pas net een maandje geen tiener meer is, kunnen we de komende jaren nog veel van hem verwachten.
4. Biniam Ghirmay Hailu (Intermarché-Wanty-Gobert, 2 april 2000)
Een plekje hoger staat een van de concurrenten van Kooij in de onder 23 categorie. De Eritreër Biniam Ghirmay Hailu reed in 2020 al wat koersen namens DELKO en ook in 2021 vertegenwoordigde hij die ploeg. Zo liet hij zich in het voorjaar in Italië zien in de finales van de Trofeo Laigueglia en GP Industria & Artigianato. Zijn talent werd opgemerkt door Intermarché-Wanty-Gobert en sinds mei reed de in april 21 geworden renner in de World Tour. Daar deed hij gelijk van zich spreken: zevende in de Druivenkoers-Overijse, winst in de Grand Besancon Doubs, zevende in de Tour du Jura en een tweede plek in de Tour du Doubs. Ghirmay reed vaak mee met renners als Nario Quintana en Thibaut Pinot in heuvelachtige koersen en beschikte over het eindschot om te zegevieren.
Dat benadrukte hij door zilver te pakken op het WK onder 23, net voor Kooij. Het laat de veelzijdigheid en koerssluwheid van deze jonge renner zien. Na anderhalf jaar in de ProTour vond hij heel snel zijn weg in de WorldTour en in 2022 kunnen we hem verwachten in een aantal grotere koersen. Met de kwaliteiten die hij liet zien in de heuvels van de eendagswedstrijden en de goede sprint, is hij in potentie een renner om rekening mee te houden voor de komende seizoenen.
3. Jordi Meeus (BORA-hansgrohe, 1 juli 1998)
De volgende in deze lijst is Jordi Meeus, de sprinter van BORA-hansgrohe. In zijn eerste jaar bij een WorldTour-ploeg, tot en met 2020 reed hij voor SEG Racing Academy, bouwde hij aan zijn inhoud in de eerste maanden van het seizoen. Meeus deed weinig mee om ereplaatsen, laat staan zeges. In koersen als Parijs-Nice, de Ronde van Catalonië, Ronde van Romandië en Ronde van Zwitserland werkte Meeus aan de koershardheid die wordt verwacht op het topniveau. Dat werk wierp in het tweede gedeelte van het jaar zijn vruchten af voor de inmiddels 23-jarige sprinter.
In de Ronde van Hongarije pakte hij zijn eerste zege, om vervolgens in bijna elke wedstrijd waar hij startte wel een keer mee te sprinten. Het was in de eerste weken van het najaar vaak net niet voor Meeus, maar hij toonde tegen topsprinters wel mee te kunnen. In de Vueltas a España en Burgos greep hij meermaals nét mis, Fabio Jakobsen en Jasper Philipsen bleken nog een maatje te groot, maar de potentie was duidelijk zichtbaar. In de laatste weken van het jaar kwam die er alsnog uit: derde in de Gooikse Pijl, tweede in de GP Denain, tweede in de Eurométropole en eerste in Paris-Bourges, waar hij onder anderen Arnaud Démare versloeg. Het belooft wat voor 2022, waar hij in de schaduw van Sam Bennett de volgende stap kan zetten richting de top.
2. Stefan Bissegger (EF Education-NIPPO, 13 september 1998)
De nummer twee van deze lijst is misschien wel een verrassende naam. Niet omdat het geen bekende renner is, maar omdat soms wordt vergeten hoe jong en onervaren deze Zwitser is. Stefan Bissegger maakte pas tijdens het seizoen 2020 de overstap naar de profs van EF Education, waar hij namens Zwitserland enkele grotere koersen had gereden. In de BinckBanck Tour konden we toen al zien dat hij een klasbak in wording was. Die lijn zette hij in 2021 door, en hoe. Als toen nog 22-jarige legde hij toppers als Filippo Ganna en Rémi Cavagna het vuur aan de schenen in de tijdritten.
In Parijs-Nice pakte hij zijn eerste tijdritzege door de hierboven genoemde Fransman te verslaan en sindsdien wist Bissegger telkens mee te doen om de prijzen. Hij liet echter ook buiten de tijdritten zien een groot talent te zijn. Na in de tijdrit van de Ronde van Zwitserland nipt te hebben verloren van Stefan Küng, pakte hij wél de ritzege vanuit de vlucht in een heuveletappe. De tempobeul reed de Tour de France en kwam daar niet helemaal uit de verf, maar in de Benelux Tour won hij met overmacht en droeg hij drie dagen de leiderstrui. Op het EK en WK greep hij net naast de medailles, maar dat hij als 23-jarige meedingt om de prijzen, laat zien dat een grote toekomst is weggelegd voor de Zwitserse hardrijder.
1. Tom Pidcock (INEOS Grenadiers, 30 juli 1999)
Op plek één staat natuurlijk Tom Pidcock. De jonge Brit stond bekend als een enorm talent, dus het was geen grote verrassing dat hij zich dit jaar liet zien in de grote koersen. Maar de manier waarop hij in 2021 de lakens af en toe uitdeelde, was indrukwekkend. Als 21-jarige sprintte hij in zijn derde koers, Kuurne-Brussel-Kuurne, naar een derde plaats, om vervolgens in Strade Bianche knap vijfde te worden. In de Brabantse Pijl was hij vervolgens te snel voor Wout van Aert en in de Amstel Gold Race moest hij in een milimetersprint de winst aan de Belg laten. In het tweede gedeelte van het jaar richtte hij zich op het mountainbiken, waarbij hij doodleuk Olympisch kampioen werd in Tokio. Daarna volgde een opbouw in een anonieme Vuelta richting een keurige zesde plek bij het WK in Vlaanderen.
Het zijn de fabelachtige cijfers van een inmiddels 22-jarige renner, die alles lijkt te kunnen. Hij won de baby-Giro in 2020, maar deed afgelopen jaar mee in sprints, en won ze, en kon wedijveren met de top in heuvelklassiekers. Het is dan ook de vraag waar het plafond van dit multi-talent van INEOS Grenadiers ligt. Gaat hij wederom een gooi doen naar de klassiekers, of wordt het nu een grote ronde met een betere voorbereiding? Éen ding is zeker: waar Pidcock aan de start staat, kunnen we hem opschrijven als een van de favorieten.
Pim Lansbergen (E-mail: redactie@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties