Het wielerjaar 2021 is ten einde en dat betekent dat het tijd is voor de eindejaarslijsten! De afgelopen weken beoordeelde In de Leiderstrui een aantal van de belangrijkste koersen en renners van het jaar en ditmaal is het in het laatste deel de beurt aan de vijf meest tegenvallende renners van 2021!
Lees ook
Vijf meest heroïsche zeges van 2021 | Van Aert, Van der Poel en nog meer moois
Vijf meest hartverscheurende nederlagen van 2021 | Decepties Van Moer, Pidcock, Mäder en co
Vijf beste nieuwkomers van 2021 | Geen Mäder, Hayter en Vingegaard, maar wie dan wel?
Vijf grootste verrassingen van 2021 | Wie fietsten zichzelf rechtstreeks in onze harten?
Bij het samenstellen van de top vijf is vooral rekening gehouden met de prestaties ten opzichte van de verwachtingen, maar ook de kansen die de renner heeft gehad. Een renner die een hele ploeg als ondersteuning kreeg in een grote ronde en daar vervolgens niets mee deed, valt meer tegen dan iemand die diezelfde steun niet kreeg.
Eervolle vermeldingen
Allereerst benoemen we de renners die nét de top vijf niet hebben gehaald, al is dat in dit geval zo gek nog niet. In het sprintersveld zijn dat voornamelijk Sam Bennett, Pascal Ackermann en Arnaud Démare. Bennett kreeg echter ook de kans niet om zich te laten zien, mede door blessureleed, terwijl Ackermann al geen goede vorm had en vervolgens ook geen grote ronde mocht rijden. Démare stelde in die grote rondes wel zwaar teleur, maar wist toch nog wel een paar zeges te pakken in het jaar. Hoewel hij net zo goed in de top vijf had kunnen staan, mist hij die klassering nu toch nét.
Ook bij de klassementsrenner viel een groot aantal renners flink tegen. Te beginnen met Hugh Carthy, die in de Giro d'Italia nooit meekon met de besten en een roemloze top tienplek bemachtigde, en in de Vuelta a España zelfs op moest geven. Op een ritzege in de Vuelta a Burgos na een heel karig jaar voor de Brit. Datzelfde geldt voor George Bennett, die in diezelfde Giro zo slecht reed dat hij gedegradeerd werd tot knecht. Ook in de andere koersen kon hij namens Jumbo-Visma weinig goeds laten zien. Tot slot moet ook Mikel Landa hier genoemd worden. De Spanjaard kende echter grote pech met een zware blessure en vergooide daarmee zijn Giro, om vervolgens ogenschijnlijk uit vorm in de Vuelta te verschijnen. Daarom blijft het bij een eervolle vermelding.
Ook bij de klassiekermannen zijn meerdere kandidaten voor deze top vijf. Søren Kragh Andersen won in 2020 een rit in de Binckbanck Tour en vooral twee Tourritten, maar wist in 2021 eigenlijk geen moment in vorm te geraken. De Deen had een slecht voorjaar, met alleen een top tienplek in Milaan-Sanremo, en wist in het vervolg ook niet echt meer in de buurt van zeges te komen. Ook Marc Hirschi kon niet aan de hoge verwachtingen voldoen na zijn prachtige 2020. Hij liet af en toe een redelijke vorm zien (zesde in Luik-Bastenaken-Luik en een ritzege en tweede plek in de Ronde van Luxemburg), maar moest ook veel knechten.
5. Michael Matthews
Dan zijn we eindelijk aanbeland bij de vijf grootste tegenvallers. We beginnen met een renner die eigenlijk het hele jaar wel een redelijke vorm liet zien, maar uiteindelijk niets had om mee thuis te komen. In het voorjaar reed Michael Matthews een aantal prima koersen en eindigde hij in de Amstel Gold Race, Milaan-Sanremo en Gent-Wevelgem netjes in de top zes. In de voorbereiding op de grote rondes deed hij dat kunstje nog een paar keer na, om vervolgens zowel in de Tour de France als de Vuelta a España een sprinttrein mee te krijgen om voor etappezeges te gaan.
Ook daar wilde het vervolgens niet lukken. Telkens wist de Australiër niet af te ronden en wederom moest hij genoegen nemen met een flink aantal ereplaatsen. In die zin is dit een lastige uitverkiezing, want qua resultaten valt het allemaal wel mee. Toch staat hij hier op plek vijf, want hij kon het gehele jaar rekenen op een ondersteunende ploeg en hoewel hij daarmee flink wat UCI-punten verzamelde, moeten we een renner van zijn statuur ook afrekenen op het ontbreken van een zege.
4. Greg Van Avermaet en Oliver Naesen
Voor plek vier spelen we een klein beetje vals, want daar worden twee renners genoemd. Dit tweetal is echter amper te onderscheiden in de prestaties en twee plekken aan een soortgelijk geval wijden, was wellicht ietwat overdreven. De renners in kwestie zijn Greg Van Avermaet en Oliver Naesen. Zij moesten, samen met de door blessures geplaagde Bob Jungels, namens AG2R Citroën hoge ogen gooien in het voorjaar, maar dat lukte allerminst.
De twee Belgen gingen het voorjaar vol goede moed in, maar konden op een enkele koers na niets laten zien. Een derde plek in de Ronde van Vlaanderen en wat ereplaatsen in de E3 Saxo Bank Classic en Dwars door Vlaanderen was het eindresultaat van de klassiekers. Daar hield de malaise nog niet op, want het tweetal reed een zeer onopvallende Tour de France en kon in het najaar niet meedoen in de finales, laat staan om de ereplaatsen. De sympathieke Belgen beleefden dus geen groots jaar en de hoop is voor hen dan ook dat 2022 een iets beter jaar wordt.
3. Jakob Fuglsang
De nummer drie van deze lijst is een oudgediende die zijn slechtste jaar in tijden beleefde. Waar Jakob Fuglsang in 2019 en 2020 onder andere nog monumenten en het Critérium du Dauphiné wist te winnen, schoot het in 2021 totaal niet op bij de Deen van Astana-Premier Tech. Net als Van Avermaet klaagde hij meermaals over de negatieve gevolgen van zijn vaccinatie op zijn Tour de France en daaropvolgende koersen, maar die mogelijke invloed neemt niet weg dat ook de rest van het jaar niet je-van-het was.
Als we de resultaten van Fuglsang over het afgelopen jaar bekijken, is maar één koers enigszins goed te noemen: in de Ronde van Zwitserland greep hij nét naast een ritzege en wist hij op de derde plaats te eindigen in het klassement. In het restant van zijn seizoen wist hij af en toe nog een redelijke klassering bijeen te fietsen, maar het leek in geen velden of wegen op zijn prestaties van weleer. Het is bij hem de vraag of hij nog op niveau terug kan keren, aangezien de Deen in maart 36 is geworden. Bij Israel Start-Up Nation krijgt hij een nieuwe kans om het te laten zien, want veel slechter dan 2021 kan het bijna niet.
2. Tao Geoghegan Hart
Waar de tot nu toe genoemde renners stuk voor stuk de dertig (ruim) gepasseerd zijn, geldt dat niet voor Tao Geoghegan Hart. De Brit van INEOS Grenadiers beleefde zijn doorbraak in 2020 met een fenomenale zege in de Giro d'Italia. De ambities en verwachtingen waren dan ook hooggespannen voor 2021, maar vanaf moment één reed Geoghegan Hart achter de feiten aan. Hoewel een deel van zijn matige resultaten te verklaren valt door een valpartij en het feit dat hij vaak als knecht rondreed, heeft de 26-jarige met de kansen die hij kreeg zeer weinig gedaan.
Die bewuste valpartij was in Parijs-Nice en naar eigen zeggen gooide die zijn gehele voorjaar in de war. In Luik-Bastenaken-Luik liet hij op kop van het peloton als tempobeul op La Redoute zien dat hij nog wel redelijke benen had, maar dat was alles wat we in de beginmaanden van hem zagen. In de Dauphiné werd hij wederom als knecht ingezet en hoewel hij daar zijn kopmannen Richie Porte en Geraint Thomas aan de winst en een podiumplek hielp, was duidelijk dat Geoghegan Hart zelf nog aan de vorm moest werken. Dat bleek in de Tour de France: geen moment kon hij overtuigen en zelfs in de bergen kon hij vrij weinig betekenen voor Richard Carapaz. Dat hij er op dag één andermaal bij lag bij een massale valpartij, hielp niet mee.
In het najaar reed hij anoniem rond op de Olympische Spelen (waar hij wéér viel) en in de Ronde van Polen en kreeg hij in wat Italiaanse eendagskoersen nog de kans om voor eigen succes te gaan, maar zelfs daar wilde het niet lukken. Ploeggenoot Gianni Moscon reed hem vaak voorbij en met wat onzichtbare koersen en een negende plaats in de Memorial Marco Pantani sloot hij zijn wielerjaar af. We moeten toegeven dat 2021 niet vlekkeloos verliep op het gebied van blessures, maar al met al hebben we niet eens een glimp opgevangen van de Giro-vorm die hem de roze trui opleverde.
1. Jai Hindley
Net als de nummer twee van deze lijst, creëerde de nummer één grote verwachtingen in de Giro van 2020. Hij leek in die koers de beste klimmer en verloor door topwerk van Rohan Dennis en een matige tijdrit het roze in Milaan. Voor de jonge Jai Hindley leek echter een prachtige toekomst in het verschiet te liggen. In 2021 heeft hij die echter op geen enkel moment waar kunnen maken, en daarmee verdient de Australiër, die in 2022 voor BORA-hansgrohe rijdt, de hoogste plek in deze lijst.
In 2021 reed Hindley in totaal acht koersen. Daartussen zaten twee eendagskoersen die hij beide uitreed, maar waarin hij geen rol van betekenis kon spelen. De andere wedstrijden die hij reed verliepen als volgt: 18e (Parijs-Nice), DNF (Ronde van Catalonië), DNF (Tour of the Alps), DNF (Giro d'Italia), 7e (Ronde van Polen) en nóg een DNF (Ronde van Slowakije). Toegegeven, Hindley kampte het hele jaar met blessures en valpartijen, maar toch. Voor een renner die als 24-jarige tweede werd in de Giro, is dat palmares in een heel wielerjaar zeer karig. Hij heeft gelukkig nog een heel wielerleven voor zich en bij zijn nieuwe ploeg lijkt hij een van de speerpunten te zijn, maar voor hem is te hopen dat het seizoen 2021 geen voorbode is.
Pim Lansbergen (E-mail: redactie@indeleiderstrui.nl)
Wedden op Verstappen of Hamilton? Ontvang 1,90 keer je inzet!
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties