Eén jaar na ploegmaat Mathieu van der Poel slaagde Jasper Philipsen er zaterdag met de hulp van de Nederlander in om Milaan-Sanremo te winnen. De Belg kon zijn geluk uiteraard niet op na zijn zege in La Primavera, maar wist in alle interviews na afloop ook precies wie hij moest bedanken voor zijn eerste Momument. In de Leiderstrui sprak beide heren.
Philipsen overleefde de Poggio bij de eerste twaalf renners, nadat Van der Poel de aanvallen van Pogacar had gecoverd. De wereldkampioen trok vervolgens overtuigend de kaart van zijn sprinter, door onder meer Matej Mohoric en Tom Pidcock in te rekenen. 'Ik ben trots, ook op wat Mathieu gedaan heeft. Wat een geweldig teamwork, het is prachtig dat we dit als ploeg hebben kunnen afronden', vertelde Philipsen in het flash interview.
'Het is supermooi, hij heeft me vorig jaar in Parijs-Roubaix aan winst geholpen en dat vergeet ik niet, zulke dingen', verklaart Van der Poel zijn actie om zijn eigen kansen op winst overboord te gooien. 'Hij zei dat hij heel goed was en toen Pogacar ging, moest ik al tot op de limiet gaan. Ik zat ook op de limiet in de afdaling, dus toen we beneden kwamen en ik Jasper zag zitten, wist ik dat er aanvallen gingen komen. Er zat in die laatste kilometer niet heel veel meer in de tank, maar die is nu wel leeg', lacht de wereldkampioen.
Philipsen beaamt dat er contact was na de afdaling van de Poggio. Dat kwam voor negentig procent vanuit de Belg. 'In de afdaling zat ik op een gat en ik vroeg – of beter gezegd smeekte – hem om de benen wat te sparen en niet op kop te rijden. Ik moet Mathieu heel erg bedanken voor wat hij heeft gedaan. Hij bracht alles terug en hield het bij elkaar voor een sprint. Zonder hem had ik waarschijnlijk niet gewonnen, nee.'
Lees verder onder de foto!
Philipsen en Van der Poel gunnen elkaar de wereld
Dat Philipsen over de Poggio kwam bij de voorsten, dankte hij aan uitstekende benen, maar ook aan de grote namen die wat naar elkaar keken. Van der Poel had bij de samensmelting geen seconde meer het idee om zelf te winnen. 'Het had voor mij geen zin om mee te springen. Ik moest het tempo hooghouden voor Jasper en dan is het heel straf dat hij het afmaakt. Toen Mohoric ging, was Jasper er nog niet helemaal bij, dus als ik daar vol was gaan rijden, had Jasper zichzelf misschien opgeblazen. Ik moest even wachten, maar voelde dat ik de benen had om iedereen terug te halen, als dat moest. Ik ontnam met een strak tempo misschien wel iedereen de moed om te gaan.'
Een grote gift van de regenboogtrui, dat beseft Philipsen zich ook. 'We voelen elkaar goed aan en weten wat elkaars krachten zijn. Mathieu kon de aanvallen volgen en ik had geluk dat ze wat stilvielen. Dat we met twee waren, was een groot voordeel. Mathieu is dan uiteindelijk de laatste die aan zichzelf denkt. Hij helpt graag anderen, zoals ik vorig jaar deed in Roubaix. Ik zal nooit vergeten wat hij heeft gedaan, daar ben ik hem eeuwig dankbaar voor. Het was waarschijnlijk mijn enige kans om een Monument te winnen, dus ik hoop dat we de komende jaren meer momenten samen hebben en hem nog eens iets terug kan geven.'
'Ik win liever zelf, maar ik kan hier wel van genieten', glundert Van der Poel desgevraagd. 'We hebben elkaar al redelijk veel geholpen in de koers en ik gun hem dit wel. We mogen trots zijn als ploeg dat we Milaan-Sanremo twee keer op rij winnen', doelt hij op zijn eigen zege van een jaar geleden. Het was ook die zege die het allemaal makkelijker maakte voor Van der Poel om z'n werk te doen. 'Toen we beneden waren, wist ik wel dat het voor hem was. Voor de Poggio zei hij dat hij goede benen had, dus dat was geen moeilijke beslissing. Het maakt het makkelijker dat ik ‘m vorig jaar gewonnen heb, want ik denk dat ik nog wel de benen had om te sprinten. Als Jasper zegt dat hij super is, dan geloof ik hem en dan rijd ik voor hem. Het is relaxt koersen als je ‘m al eens gewonnen hebt, maar het blijft een teamsport. Jasper en ik zijn altijd eerlijk tegenover elkaar.'
Lees verder onder de foto!
Van der Poel verspilde z'n krachten richting Pogacar
Nog een belangrijke factor in de keuze voor Philipsen: Tadej Pogacar. Van der Poel was de enige die bij de eerste aanval van de Sloveen op de Poggio kon volgen, maar toen hij nog eens ging, moest de Nederlander héél diep gaan. 'Ik zat de eerste keer op z'n wiel en de tweede keer voelde ik wel dat ik er naartoe kwam, maar dat was het wel. Ik had gewoon niet verwacht dat hij nog eens weg zou rijden. De rest kwam van achteren en ik verwachtte dat zij wel zouden reageren. Iedereen zat echter op de limiet, dus het was voor mij daarom een mooie inspanning om er naartoe te springen. Het blijkt zelfs nog redelijk cruciaal. Ik denk dat ik alles juist heb gedaan op de Poggio en was natuurlijk graag met Tadej naar de meet gereden, maar ik moest diep gaan om ‘m terug te halen. Ik kon niet gelijk overnemen in de afdaling.'
'Mathieu had de benen om te winnen', beaamt Philipsen daarom ook. 'Maar Milaan-Sanremo is niet voor niets de wedstrijd die je het moeilijkste wint. Er zijn zoveel scenario’s mogelijk, maar zonder hem was het nooit een sprint van tien geweest.' Gelukkig was Milaan-Sanremo voor Van der Poel ook niet het hoofddoel, maar pas zijn eerste wedstrijd van 2024. 'Ik was goed en had ook niet verwacht om zo goed als vorig jaar te zijn. Dat was redelijk uniek. Ik hoop richting de Vlaamse klassiekers nog wel wat beter te worden, om eerlijk te zijn. Ik was bij de sterksten op de Poggio, dus daar ben ik blij mee.'
Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: b.vanderploeg@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties