Bij de dames is de veldritwinter 2022/2023 er wel echt één van de wisseling van de wacht. De jongelingen Fem van Empel, Puck Pieterse en Shirin van Anrooij reden alles aan gort, wat de concurrentie toch wel op scherp gezet moet hebben. In de Leiderstrui legde het oor te luister bij enkele van die dames.
Het veldrijden bij de dames kende het afgelopen decennia. Eerst was er het tijdperk-Marianne Vos, die de discipline rond 2015 wel enkele jaren op een iets lager pitje zette. In die jaren sloeg juist Sanne Cant, de o zo succesvolle Belgische, haar slag. Beide dames fietsen zeker nog, maar waren afgelopen zondag niet present op het WK veldrijden. Vos zelfs niet als titelverdedigster, nadat ze in 2022 glorieus wist te winnen in het Amerikaanse Fayetteville.
'Het ziet er niet naar uit dat ik over drie weken in Hoogerheide plots grote medaillekansen heb', liet Cant weten bij de aankondiging dat ze het WK niet zou rijden. Jumbo-Visma pakte bij afwezigheid van Vos met Van Empel toch de wereldtitel, maar de wisseling van de wacht komt misschien wel sneller dan iedereen denkt (of is zelfs al geweest). 'Fem heeft ontzettend veel potentie. Dat komt er in de cross uiteraard al uit. Ik ben er eigenlijk van overtuigd dat het op de weg ook snel kan gaan', vertelde Vos, die het WK miste met problemen aan haar bekkenslagader, deze winter al aan In de Leiderstrui.
'Ik denk dat Fem zelf heel goed weet wat ze kan en wat ze wil', aldus Vos. 'Het is niet zo dat ik die rol van mentor letterlijk op me neem. Maar je neemt elkaar mee en je vraagt elkaar een keer om advies. Dat gaat over en weer. Ik denk dat dat op een hele natuurlijke wijze zal gaan. Voor zover ik Fem nu ken, is ze enorm makkelijk om mee om te gaan. Ze is heel leergierig en pikt heel snel dingen op.'
Voordat Vos in 2022 wereldkampioen werd in Amerika, was die eer in 2021 (Oostende) en 2020 (Dübendorf) weggelegd voor respectievelijk Lucinda Brand en Ceylin del Carmen Alvarado. Deze dames staan, samen met onder meer Annemarie Worst en Denise Betsema, symbool voor de generatie die de dienst uitmaakte voordat Van Empel, Pieterse en Van Anrooij kwamen opzetten.
Brand 'niet hopeloos' door jongere dames
In Hoogerheide was Brand meer dan content met een derde plek, terwijl Alvarado genoegen moest nemen met plek vijf. 'Het was het hoogst haalbare', liet een realistische Brand na afloop weten. 'Je richt je altijd wel op het hoogste, winnen. Maar je moet ook realistisch zijn en dan wist ik dat Fem en Puck na dit seizoen fysiek wat sterker zijn dan mij', stelde de vrouw die dit seizoen blessureleed kende.
Op een gegeven moment tijdens de persconferentie vroeg een Italiaanse journalist of Brand zich niet 'hopeloos voelde tegenover de jonge concurrentie'. Daar reageerde ze koeltjes op. 'Nee, zo voel ik me niet. Ze triggeren me juist om hard te werken aan de punten waarin ik sterker kan worden. Sommige dingen gaan minder als je ouder wordt, maar er is nog veel te verbeteren', vertelde de 33-jarige renster.
Brand denkt te weten hoe het komt dat Van Empel, Pieterse en ook beloften-wereldkampioene Van Anrooij zó vroeg zó goed op komen zetten. ''Het grote verschil is dat ze vanaf jongere leeftijd al spelen op de fiets, waardoor ze een betere techniek hebben. Daar moet ik hard aan blijven werken. De ontwikkeling van de sport blijft snel gaan, ook qua nutrition, materiaal en alles waar je maar aan kan denken. Dat zien we in elke discipline, de jongere renners worden steeds sneller beter.'
Alvarado en Bakker over opkomst Van Empel, Van Anrooij en Pieterse
Soortgelijke woorden vonden we in de mixed zone bij Alvarado, die het over een 'overgangsjaar' had. 'Het was te verwachten dat Fem haar favorietenrol waar zou maken. Het is de jeugd, maar de stappen die zij nu maken hebben wij in het verleden ook gemaakt', vertelde de ook altijd nog pas 24-jarige Alvarado.
Daarmee is de renster van Alpecin-Deceuninck een generatiegenootje van Manon Bakker, die we na afloop van haar WK ook nog vroegen naar haar visie over de rensters die op komen zetten. 'Puck, Fem en Shirin zijn wel heel goed. Ik denk dat het komt door de middelen die hun kregen toen ze junior waren, dat hadden wij nog niet. Wij reden bij een vereniging, zij al bij grote teams. Zij hebben denk ik dus meer kennis en al die dingen meegekregen.’
‘Ik rijd bijvoorbeeld net zo lang bij dit team als Puck, terwijl zij toch drie jaar jonger is dan ik', schetst Bakker, die voor Crelan-Fristads uitkomt. 'Uiteindelijk Iedereen heeft een beetje een andere tijdlijn. Maar ik ben nog jong, dus ik kan ook nog beter', aldus Bakker, die zich niet direct wil wagen aan een uitspraak dat er bij haar meer curve in zou kunnen zitten dan de jongere dames. 'Hun piek zou ietsje eerder kunnen liggen, maar het zijn echt steengoede rensters. Dat is vooral wat duidelijk is.’
Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties