Hoe de Grote Zes de Grote Vijf werden: terwijl de top lijdt of stopt, gaat die Sloveense ADHD'er vrolijk verder Wielrennen
Wielrennen

Hoe de Grote Zes de Grote Vijf werden: terwijl de top lijdt of stopt, gaat die Sloveense ADHD'er vrolijk verder

Hoe de Grote Zes de Grote Vijf werden: terwijl de top lijdt of stopt, gaat die Sloveense ADHD'er vrolijk verder

Terwijl de hoosbuien Noord-Italië op ongekende wijze teisterden, vond Tadej Pogacar het welletjes. We stoppen ermee. Of, in ieder geval, ík stop ermee en de rest mag dat ook doen. Tre Valli Varesine werd te gevaarlijk. Te gevaarlijk voor de koning van het wielrennen. Met de staart tussen de benen geeft de organisatie toe: fietsen door een wijdverbreid pierenbad ging inderdaad niet meer. En dus kon Pogacar vrolijk vooruit kijken. Zijn collega's waren weer blij met hem. De focus kon op zaterdag, nog één keer vlammen in Lombardije. En daarna met weemoed terugkijken, want dan zit zijn ontzettend bijzondere jaar erop.

Het moment in Varese was exemplarisch voor het ongekende seirzoen van Pogacar. Al zijn grote doelen - op Milaan-Sanremo na - sleepte hij binnen. Overal waar hij wilde winnen, won hij. Op manieren die we zelden gezien hadden. De tegenstand die hij jaren had, reed opeens op gepaste afstand. Op het moment dat hij in Tre Valli Varesine aan nieuw succes kon denken, speelden de omstandigheden hem ook nog in de kaart. In de zeikregen kon hij patron spelen, laten zien een volwassen voortrekkersrol op zich te kunnen nemen. 'Jongens, we gaan toch niet in een zwembad fietsen?' En geef hem eens ongelijk. Wat kon hem die kleine Italiaanse koers nu schelen? Had de zon geschenen, dan was hij ogenschijnlijk makkelijk op vijftig kilometer van de meet aangegaan. Nu was hij de redder van de bange meute, ook een fijne rol. Pogacar is overal. 2024 is van Pogacar.

Lees verder onder de foto

tadej pogacar
Tadej Pogacar in conclaaf met de organisatie van Tre Valli Varesine

Evenepoel was enorm succesvol, maar snakt duidelijk naar de wintervakantie

Van begin tot einde heeft hij een bijna tomeloze energie uitgestraald. De koersen als een speeltuin gezien. Strade Bianche was het begin en zaterdag zal in Italië de koers van de vallende bladeren zijn laatste speeltoestel zijn. Wat opviel in die zeven maanden? Geen enkel dipje in energie, niet of nauwelijks verzadiging tussen de bijna onstilbare prijzenhonger. Je zou bijna denken dat Pogacar straks thuis zijn koersfietsbanden inruilt voor crossprofielen en Mathieu van der Poel en Wout van Aert zal uitdagen in de veldritwinter die voor de deur staat. Natuurlijk gebeurt dat niet. Maar het gaat om die energie. Terwijl heel de wereldtop moe is en snakt naar 2025, staat die ene ADHD'er uit Slovenië nog altijd aan.

Hoe anders is de tendens bij zijn grootste rivalen. Te beginnen bij Remco Evenepoel. De grote oogst van de Kannibaal van Schepdaal was dit jaar de dubbele olympische titel en de wereldtitel tijdrijden. Fenomenale prestaties, net als overigens zijn derde plek in de Tour en het daarbij behorende, scherpe en stevige optreden. Maar wat opvalt: gedurende die drie titels was er geen Pogacar te bekennen. Nu ook Evenepoel nog één doel heeft - De Ronde van Lombardije - lijkt de aanwezigheid van de wereldkampioen op de weg als een verkoudheid over de kleine Belg heen te vallen. Evenepoel kende een ongekend succesvol jaar, maar snakt duidelijk naar de wintervakantie.

Lees verder onder de foto

Hoe de Grote Zes de Grote Vijf werden: terwijl de top lijdt of stopt, gaat die Sloveense ADHD'er vrolijk verder
Remco Evenepoel in actie op zijn gouden fiets

De Grote Vijf kunnen naar de tekentafel voor 2025

Lijdend zat hij op de fiets, zo vertelde Evenepoel voorafgaand aan de Tre Valli Varesine. De pijp is leeg, ook bij de Belg. Hij viel nog wel aan in de Coppa Bernocchi, maar de echte grinta, de echte zin om de grote doelen na te streven, lijkt in Zürich te zijn achtergebleven. Primoz Roglic schrapte zelfs zijn Italiaanse koersen in extremis. Moe, op en leeg. Het is goed zo. Na een lang en slopend seizoen, vol ups en downs, is de reflex helder. Het is genoeg geweest. Mooi, klaar. Jonas Vingegaard voelde dat in augustus al aan. Italiaanse campagne? Het heeft geen zin. Zo zijn alle wereldtoppers die hun portie tegenslag hebben gehad opgebrand en toe aan de wintercocon. Daarbij die ene regenboogvlinder uitgezonderd, die zijn succes als extra motivatie ziet om nog veel en veel meer te winnen.

2024 zou het jaar worden van De Grote Vier in de rondes en De Grote Zes in de klassiekers. Eigenlijk bleef alleen Van der Poel door zijn minimalistische wegkalender bespaard van ellende. Hij sloeg Lombardije ook maar vriendelijk over en kan lekker met vakantie. Ondertussen zal ook Van Aert zich afvragen hoe Pogacar af te houden in wat ook voor hém de grote doelen zullen zijn in 2025: De Ronde van Vlaanderen, Sanremo en Parijs-Roubaix. Om over de groep ronderenners nog maar even te zwijgen. Iedereen moet terug naar de tekentafel. De Grote Zes zijn de Grote Vijf geworden. Boven deze elitegroep heeft zich een alleenheerser geposteerd die zijn bewind komend jaar hoe dan ook wil voortzetten. De andere toppers kunnen opgaan voor een winter met nieuwe ideeën, voor een nieuw, fris plan in 2025.

Wie van spannende koers houdt, kan zaterdag net zo goed overslaan. Wie de grote overwinnaar van 2024 nog één keer wil zien floreren, is bij deze van harte uitgenodigd.

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws