'Atypisch', 'verrassend' en 'zwaarder dan ooit': zomaar wat kreten die woensdagmiddag in het Palais des Congres te Parijs vielen na de bekendmaking van het Tour de France-parcours voor 2024. In de Leiderstrui legde in de Franse hoofdstad het oor te luister bij talloze prominenten en maakt op basis daarvan de voorlopige afrekening voor La Grande Boucle.
Starten doen we - zoals al een tijdje bekend - in het Italiaanse Firenze, waarna we via maar liefst zeven categoriseerde heuvels in één streep naar de kust rijden. In Rimini wordt de eerste gele trui van de Tour de France van volgend jaar vergeven, waarna we daags nadien via het nabijgelegen Cesenatico vertrekken voor eenzelfde rit.
Een zware start dus, net zoals we die in 2023 (Bilbao), 2021 (Brest) en 2020 (Nice) hadden. De A.S.O. lijkt hiermee nadrukkelijk voor de punchers te kiezen, die in het nabije verleden met onder meer Julian Alaphilippe en Mathieu van der Poel al mooie kunstjes uitvoerden in de eerste Tour de France-dagen. Die mannen lijken we ook volgend jaar weer te mogen verwachten, zo verwacht ook Van der Poels ploeggenoot Jasper Philipsen. 'Die eerste twee ritten kunnen zeker ook binnen zijn mogelijkheden liggen, al is het wel zwaar. Volgens mij is het niet uitgesloten dat hij opnieuw voor de gele trui kan gaan', liet de Belg weten.
Klassementsmannen direct met billen bloot in eerste week Tour de France
Of we voor het klassement al wat mogen verwachten in Italië? Niet direct, zo is de algehele verwachting. Een groot deel van de in Parijs aanwezige stakeholders wijst daarvoor vooral naar rit vier, met start in Pinerolo en finish in Valloire. Daarin doet het peloton direct de Alpen aan, met een 138 kilometer lange etappe over Sestrieres, de Col de Montgenevre en als toetje de Galibier. 'De Tour kan al in de eerste week beslist worden, die vierde rit is heel lastig', was Patrick Lefevere klip en klaar.
'Met het type coureurs dat nu rondrijdt? Ze vliegen er altijd in', beargumenteerde de Belg zijn stelling. 'Het is inderdaad een zwaar begin', viel Richard Plugge hem bij. De Nederlander zal met Jonas Vingegaard, van wie we weten dat hij goed is op hoogte én in de Alpen, alvast in zijn handjes wrijven voor deze rit. 'Je moet vanaf het begin goed gaan zijn', liet de Deen er zelf zijn licht over schijnen. Rivaal Tadej Pogacar liet in L'Equipe eenzelfde woorden optekenen. 'Ik vind de eerste week erg leuk, het is iets moeilijker dan de afgelopen jaren. Vanaf de start van de Tour zul je in goede conditie moeten zijn.'
In rit vijf en zes zijn de spurters vermoedelijk weer aan zet, al publiceerde de ASO woensdag nog niet de definitieve kaartjes van alle etappes. 'Ze zeggen dat er acht vlakke ritten zijn, dus dat zou het maximale moeten zijn', sprak Philipsen over zijn kansen in de komende Ronde van Frankrijk. 'De periode dat de sprinters tien tot twaalf kansen kregen, is verleden tijd', aldus de Belg.
Mark Cavendish stond zijn jongere rivaal verbaal bij. De Brit rijdt volgend jaar zijn vijftiende Tour de France, maar verklaarde 'in shock' te zijn na het zien van het parcours. 'Het is zo zwaar, zó lastig', drukte hij de pers op het hart. 'Het is een heel moeilijke Tour de France, voor mij had het wel een stuk gemakkelijker gemogen', liet hij ontvallen na het zien van de eerste contouren van de omloop.
Op dag zeven staat de eerste individuele tijdrit op de rol, de discipline waar Vingegaard vorig jaar zijn slag sloeg. 'Hopelijk kan ik opnieuw dat niveau van afgelopen jaar behalen, dan is het wel iets wat me ligt', vertelde de Deen over het totaal van zestig kilometer tegen de klok in deze Tour de France. Lefevere, ploegbaas van wereldkampioen Evenepoel, zag het ook zo. 'Het zou Remco moeten liggen, maar onze vriend van dit jaar (Vingegaard dus, red.) heeft daar ook pap van gegeten', zei hij met zijn kenmerkende tongval.
Dan de negende rit, veruit de meest veelbesproken van de komende Tour de France: rondom Troyes moeten de coureurs maar liefst 32 kilometer aan grindwegen afwerken, wat absoluut afgekeurd wordt door Plugge, Lefevere en de andere klassementsstakeholders. 'Een smet', noemde de CEO van Jumbo-Visma het. ' Daar ben ik geen voorstander van, omdat de geluksfactor er enorm ingebracht wordt. Waarom moet je nu weer gravel op gaan zoeken? Het kan zoveel kapot maken.' Lefevere kwam met dezelfde termen. 'Je kunt het vergelijken met kasseien, ik ben er geen fan van. Je kan er de Tour niet winnen, maar wel verliezen.'
Vingegaard lachte het allemaal weg ('misschien moet ik een gravelbike gaan kopen'), terwijl klassieke types als Van der Poel en Wout van Aert juist wél handenwrijvend zullen kijken naar deze dag. 'Die gravelrit is mooi voor Mathieu', merkte ploegmakker Philipsen al op. Na de etappe over de grindwegen hebben de coureurs in ieder geval een rustdag voor de boeg om de balans op te maken.
Rit tien is dan weer spek naar de bek van de mannen van de vlakte, terwijl etappe elf tot nu toe wat ondersneeuwt bij het geweld in de Alpen en Pyreneeën. In het Centraal Massief moeten de coureurs echter toch 4350 hoogtemeters overwinnen, die voor het overgrote deel in de tweede helft van de rit met aankomst in Le Lioran liggen. Dit zou wel eens zo'n etappe kunnen zijn waarin de boel plots op zijn kop staat.
Twaalf en dertien mogen we dan weer bestempelen als overgangsritten met kansen voor aanvallers, waarna we de Pyreneeën bereiken. De veertiende etappe is het decor van de eerste échte aankomst bergop, op Pla d'Adet (10,6 kilometer aan 7,9 procent). Dit na een dag met meerdere beklimmingen, dus ook hier gaan we weer spektakel zien.
Daags nadien staat het peloton op Quatorze Julliet dan weer een gigarit te wachten, met 4850 hoogtemeters en een finish op Plateau de Beille, 15,8 kilometer lang aan een gemiddeld stijgingspercentage van 7,9 procent. Op de dag van de Franse Revolutie wordt het peloton dus niet gespaard!
Sprinters komen weinig aan hun trekken in deze Tour de France
Na een welverdiende tweede rustdag stapt het peloton op 16 juli op voor etappe zestien, de laatste kans voor spurters in deze Ronde van Frankrijk. Vrij frappant voor de rappe mannen, die zichzelf normaal altijd alle bergen over trekken om op de Champs-Elysées aan hun trekken te komen. Zo twijfelde Philipsen zelfs openlijk of het nog wel zin had om dan nog door te doen tot in Nice.
Afijn, een groene trui zal er vermoedelijk nog wel zijn bij de start van de zeventiende rit. Daarin krijgen de beter klimmende aanvallers naar alle waarschijnlijkheid nog een kans, daar de slotklim naar Superdévoluy niet zwaar genoeg lijkt voor een rechtstreekse battle tussen de klassementsmannen. In de achttiende etappe krijgen de aanvallers c.q. punchers ook nog een kans, maar daarna lijkt het toch echt over met de pret te zijn.
Over de koninginnenrit van deze Tour de France hoeven we niet te twisten: dat is etappe negentien, door de organisatie bestempeld als ultra-bergrit. Minder dan 150 kilometer lang, maar wel het decor van maar liefst drie Alpenreuzen die boven de 2000 meter gaan. Daarbij zit dan ook nog de Col de la Bonette, de hoogste geasfalteerde weg van Frankrijk, op 2800 meter. Finishen doen we op Isola 2000, wat het een soort heruitgave van de befaamde Col du Granon-rit van 2022 maakt.
Alsof dat nog niet zwaar genoeg was: ook etappe twintig is weer een beuker van een rit. Op de zwaarste beklimmingen van Parijs-Nice moet het peloton zich nog één keer in een rechtstreeks duel uit elkaar trekken, waar cols met namen als een klok als de Turini, Barus, Colmiane en als toetje Couillole wel voor kunnen gaan zorgen.
Van een paradetocht in Parijs kunnen we - door de Olympische Spelen - ook niet spreken. Mocht de strijd om geel nog niet beslist zijn, dan zullen de kandidaten nog een keer alles op alles moeten zetten in de slottijdrit tussen Monaco en Nice. Daarin zitten ook de Turbie en Col d'Eze, dus we mogen wel spreken van het zwaarste slot dat de Tour de France ooit gekend heeft. 'Er is nog van alles mogelijk in die laatste ritten', gaf Plugge niet voor niets aan.
Zo kijken ook de twee voornaamste kandidaten op eindwinst ernaar. Vingegaard gaf ruiterlijk toe dat hij content was. 'Het is een zware Tour de France, met vooral een erg lastige derde week. Daarin zitten veel hoge beklimmingen. En hoe hoger we gaan, hoe beter het voor mij is', aldus de Deen, die dan wel zal moeten afrekenen met Pogacar. ' 'De laatste dagen zullen heel zwaar zijn en ik vind de tijdrit tussen Monaco en Nice superinteressant', aldus de in Monaco woonachtige Sloveen. 'Ik kijk er echt naar uit.'
A.S.O. lijkt met Tour de France-parcours eieren voor geld te kiezen tegenover klassiek parcours Olympische Spelen
Met het klassieke parcours van de Olympische Spelen van 2024 om de hoek lijkt de A.S.O. met dit parcours hoe dan ook meer voor te sorteren op een strijd tussen de vier grootste klassementsrenners van dit moment: Pogacar, Roglic, Evenepoel en Vingegaard. De punchers en klassieke types worden zeker in het eerste deel van de ronde ook niet vergeten, maar uiteindelijk ademt deze editie van de Tour toch iets minder Van der Poel vs. Van Aert vs. Alaphilippe dan afgelopen jaren. Zwemmen daartussen de alleskunners Evenepoel, Pogacar en Tom Pidcock, die beiden voor een combi lijken te willen gaan. Maar of zij nu direct héél blij worden van het bewezen Vingegaard-parcours met ijkpunten op hoogte als Galibier, Plateau de Beille en de Bonette?
Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties