Kelderman mag in Parijs-Nice eigen succes najagen: 'Maar ben niet honderd procent fit'

In de O Gran Camiño was hij van grote waarde voor eindwinnaar Jonas Vingegaard, van het Openingsweekend kreeg hij niet veel mee: Wilco Kelderman, de 32-jarige renner van Visma | Lease a Bike. De Nederlandse klimmer geeft deze week acte de présence in Parijs-Nice, waar hij zelfs - het zal een van de weinigen keren dit seizoen zijn - voor eigen succes mag gaan. Dat vertelde hij in gesprek met de NOS.

'Nou, in Parijs-Nice is het wel een doel om voor een klassement te gaan. Dat ligt ook het dichtste bij mij. Maar het knechten gaat mij ook heel goed af en in zo'n goede ploeg. Met zulke doelen heb je heel goede knechten nodig. Ik vind dat ook leuk werk en het wordt echt gewaardeerd', vertelde de ranke man uit Amersfoort eerder al in een interview met In de Leiderstrui. En dat doel kan dus definitief nagejaagd gaan worden. 'Ik heb in principe een vrije rol', duidt hij bij de heren van de publieke omroep.

Kelderman vindt knechten voor Van Aert of Vingegaard allesbehalve een probleem

Een toptienklassering, dat is waar Kelderman in de Koers naar de Zon voor gaat. 'Er zit een ploegentijdrit in op dinsdag. Daar ben ik geen fan van. Maar het is kijken hoe we ervoor staan als we het zware slotweekeinde ingaan.' Honderd procent fit is hij ook niet, zo geeft de ervaren coureur te kennen. 'Ik ben met goede benen teruggekomen uit de hoogtestage op Tenerife. Wel kreeg ik er een beetje last van mijn luchtwegen. Ze waren geïrriteerd. 's Nachts had ik een paar hoestbuien. Maar het verbetert nu al wat. Ik heb astma en daar krijg ik bij vochtig weer wat sneller last van. Als ik rustig aan doe, komt het wel weer goed. Of het me beperkt in het fietsen? Nee, dat valt wel mee. Ik heb er pufjes voor.'

Kelderman geeft bovendien aan dat hij op trainingskamp een aantal accenten verlegd heeft. 'Ik zat voorheen altijd net iets aan de max in mijn trainingen. Over het algemeen train ik nu iets minder lang en ook iets minder hard. Het gaat om kleine aanpassingen, hoor. Jongens als Tadej Pogacar en Remco Evenepoel verslaan wordt moeilijk. Maar ik wil wel een stap zetten en beter worden. Als dat ook lukt, pak ik die kans met beide handen aan. Maar als we met Sepp (Kuss, red.), Jonas (Vingegaard, red.) of Wout (Van Aert, red.) aan de start staan, dan vind ik het net zo leuk om voor anderen te rijden.'