Nee Tom Dumoulin; ziekenhuis-abonnee Pozzovivo, dát was pas een (ongelofelijke goede) 'mijnwerker op de fiets' Wielrennen
Wielrennen

Nee Tom Dumoulin; ziekenhuis-abonnee Pozzovivo, dát was pas een (ongelofelijke goede) 'mijnwerker op de fiets'

Nee Tom Dumoulin; ziekenhuis-abonnee Pozzovivo, dát was pas een (ongelofelijke goede) 'mijnwerker op de fiets'

In een peloton kun je bepaalde renners goed herkennen; aan een kromme rug, breed uitstaande ellebogen, een licht verzetje, een RedBull-helm of gewoon omdat ze een kampioenstruitje dragen. Domenico Pozzovivo was in dat opzicht next-level, die pikte je er van drie kilometer afstand al uit. Met z'n zadel op de laagste stand, armen in standje-robot en de benen zo ver naar buiten, dat van aerodynamica nooit sprake kon zijn. Het is een wonder dat de Italiaan zo ongelofelijk goed was, helemaal als je je bedenkt hoe vaak hij in het ziekenhuis lag. Een ode aan Pozzo, de enige échte mijnwerker van het peloton.

Toen Tadej Pogacar in 2020 op La Planche des Belles Filles de wielerwereld had verbaasd met een giga-tijdrit en z'n eerste eindzege in de Tour de France veiligstelde, was Tom Dumoulin nog niet toe aan mediagetrainde uitspraken. De Nederlander had zijn Jumbo-Visma-ploegmaat Primoz Roglic net de Tour zien verliezen en dat kon Dumoulin - die zelf tweede werd in die beruchte tijdrit - moeilijk verkroppen. 'Ik word tweede achter een renner die als een mijnwerker op zijn fiets zit. Dat snap ik gewoon niet', klonk het goudeerlijk in een later gepubliceerde documentaire van de ploeg.

Dumoulin wilde er maar mee aangeven dat van enige stijl bij Pogacar geen sprake was. De rug krom, z'n hoofd nooit écht in de perfecte houding, maar de benen die oh zo hard konden trappen. Een mijnwerker dus, helemaal als je het vergelijkt met Dumoulin op een tijdritfiets. Een lust voor het oog, waarbij je gerust een dienblad wijnglazen op z'n rug kon zetten. Hij zou ze gevuld aan de meet brengen. Wat koop je ervoor, als je ondanks pure aerodynamica 1.21 minuten toegeeft op een piepjonge Sloveen, die gehoekt z'n gigantische wattages wegtrapte.

Lees verder onder de foto

Nee Tom Dumoulin; ziekenhuis-abonnee Pozzovivo, dát was pas een (ongelofelijke goede) 'mijnwerker op de fiets'
Daar komt mijnwerker Pogacar op La Planche des Belles Filles...

Pozzovivo ging ieder jaar schever fietsen

Wat zullen veel renners in het peloton hetzelfde gevoel hebben gehad, wanneer ze koersten tegen Pozzovivo. Als ze er bergop werden afgereden door een renner, die met z'n 1.65, een dikke 50 kilogram en volledig gehoekte motoriek in niets leek op één van de meest constante ronderenners van zijn tijd. Ooit begonnen in 2005 bij Ceramica Panaria-Navigare, de voorloper van het huidige Bardiani. Het was het jaar dat Pogacar zeven jaar oud werd. In 2013 maakte hij de stap naar de WorldTour voor AG2R La Mondiale, alvorens hij in 2018 en 2019 voor Bahrain Merida reed, in 2020 en 2021 voor Team Qhubeka en afsloot met seizoenen bij Intermarché-Wanty, Israel-Premier Tech en in 2024 terug op het oude nest bij Bardiani.

Wie een foto van Pozzovivo uit 2005 bekijkt, herkent hem alleen aan z'n gezicht. De benen staan dan nog gestroomlijnd langs het lichaam, trappend op de pedalen. De armen zijn jong en smal, recht hangend in de beugels. Het koppie staat al wel wat scheef en de ogen ademen grinta. Het is dan ook niet dat Pozzovivo als mijnwerker geboren werd in 1982 in Policoro. Het was vooral zijn wielercarrière vol tegenslag die ervoor zorgde dat hij de laatste tien jaar steeds schever ging fietsen. We zouden hem gekscherend een ziekenhuis-abonnee kunnen noemen, met alle plaatjes, schroeven en pinnen die door de jaren heen in z'n lichaam werden getimmerd.

Lees verder onder de foto

Nee Tom Dumoulin; ziekenhuis-abonnee Pozzovivo, dát was pas een (ongelofelijke goede) 'mijnwerker op de fiets'
Domenico Pozzovivo in zijn eerste profjaar in 2005

Winnen deed hij zelden meer, mede door een waslijst aan blessures

Zomaar wat blessures die op naam staan van Pozzovivo: Een gebroken scheen- en kuitbeen, toen hij in 2014 tijdens training een kat probeerde te ontwijken. Hoofdletsel na een val in het ravijn in de Giro d'Italia in 2015, een gebroken arm en het been aan barrels na een aanrijding met een auto in 2019 en in 2023 nog gebroken ribben en een klaplong in de Vuelta Castilla y Leon. Dat zijn slechts de zware blessures, want Pozzovivo viel nog veel vaker. Vaak niet zwaar genoeg om te stoppen, maar wel zwaar genoeg om nog gehoekter te fietsen. Het verband was dan niet aan te slepen, maar Pozzovivo ging door.

Sinds 2005 werden er negentien Giro d'Italia's verreden, Pozzovivo deed achttien keer mee. Zes keer gaf hij op. De Tour de France deed hij maar drie keer, waarvan de genoemde Pogacar-Tour in 2020 z'n laatste was. Pozzovivo heeft La Planche des Belles Filles toen nooit gezien, vanwege opgave door een elleboogblessure na een crash op dag één. In de Vuelta a España zagen we hem vier keer, waarvan hij twee keer het einde haalde. Winnen deed hij in z'n carrière dan ook maar dertien keer. De laatste was in 2017 in een bergrit in de Ronde van Zwitserland. Verder won hij onder meer in 2012 de Giro del Trentino, in 2015 nog een rit in de Volta Ciclista a Catalunya en in achttien deelnames schreef hij één Giro-etappe bij, in 2012.

Lees verder onder de foto

Nee Tom Dumoulin; ziekenhuis-abonnee Pozzovivo, dát was pas een (ongelofelijke goede) 'mijnwerker op de fiets'
Pozzovivo won de achtste rit in de Giro d'Italia van 2012

Wat als Pozzovivo iets meer op zijn fiets was blijven zitten?

Wat als? Het is de vraag die je je bij Domenico Pozzovivo het vaakst stelt. Wat als hij minder was gevallen? Wat als die enorme vermogens in die bonkige kuiten volledig op z'n pedalen waren kwijtgespeeld, in plaats van in een volgend ziekenhuis? De carrière van de nu 41-jarige Italiaan is er één geweest, waar velen voor zouden tekenen. Twee keer top vijf en in totaal zeven keer top tien in de Giro, zesde in zijn eerste Vuelta a España en meermaals bij de eerste vijf of eerste tien in klimklassiekers als Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije.

Zo taai, zo constant... Met zijn motoriek geen renner meer die in 2024 potten kon breken in de grootste wedstrijden, maar wel iemand die op z'n 41e nog vierde werd in de Ronde van Slovenië. In zijn hoogtijdagen had podium in een grote ronde er zeker in gezeten, maar misschien was hij daarvoor iets te braaf. Dringen, positioneren en ellebogenwerk was niets voor hem. Vaak zat hij achterin, waar de valpartijen vaak gebeuren. Bergop kwam hij dan langzaam naar voren. Italië houdt daarom van de altijd goedlache Pozzovivo. Het is die lach, waarmee we in de afgelopen Ronde van Lombardije afscheid namen van hem, in zijn Italië. Kunnen die arme spieren en botten in het lichaam eindelijk wat broodnodige rust krijgen, al vragen we ons hardop af of hij in zijn pensioen niet gewoon lekker doorgaat met waar hij ondanks al die tegenslagen zo goed in was. Grazie mille, mijnwerker Domenico.

Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: b.vanderploeg@indeleiderstrui.nl)

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws